Het kwijtschelden van een onzakelijke lening kan in sommige gevallen door de inspecteur worden aangemerkt als een voordeel uit aanmerkelijk belang. Dit gold voor een dga die een verstrekte lening aan zijn dochter had kwijtgescholden. Vanwege de onzakelijke voorwaarden ontving hij daarvoor een navorderingsaanslag.
U kunt via uw bv geld uitlenen aan familie of garant staan voor hun lening bij de bank, zolang u hieraan zakelijke voorwaarden verbindt. U moet dus een aflossingsschema afspreken en rente rekenen. Een dga sloot via zijn bv overeenkomsten met zijn dochter en haar partner voor vier geldleningen voor hun Griekse horecaonderneming. Dit omdat banken in Nederland en Griekenland eerder niet bereid waren een lening te verstrekken vanwege het ontbreken van voldoende zekerheden. De dga maakte met zijn dochter geen afspraken over de aflossing en bij twee leningen was ook geen rente overeengekomen. Daarbij kwam dat voor de vierde lening niets op papier was gezet. De dochter beëindigde in 2009 haar Griekse onderneming. De dga trok de leningen vervolgens in zijn aangifte vennootschapsbelasting over 2009 af als ‘waarderingsverminderingen van vorderingen’.
De aftrekpost in de bv van € 114.000 werd door de inspecteur niet geaccepteerd en hij legde voor hetzelfde bedrag een navorderingsaanslag voor de inkomstenbelasting op. De dga stapte daarop naar de rechter, want volgens hem was er geen sprake van een verkapte winstuitdeling, zoals de inspecteur beweerde. Rechtbank Haarlem merkte de vier geldleningen aan als onzakelijk. De inspecteur had volgens de rechtbank namelijk aangetoond dat, hoewel de leningen officieel niet waren kwijtgescholden en dus nog bestonden in 2009, de bv ze in feite wel degelijk had kwijtgescholden terwijl een zakelijk karakter ontbrak. Om die reden zag de rechtbank de kwijtschelding van de leningen als een bewuste bevoordeling, zowel van de dga als de bv. Er was dus wel degelijk sprake van een uitdeling, die als voordeel uit aanmerkelijk belang werd aangemerkt en als zodanig werd belast in box 2 van de inkomstenbelasting van de dga.
Rechtbank Haarlem, 20 december 2012, LJN: BY9891