Uitzendkeurmerk van SNA biedt geen garantie

18 februari 2016 | Door redactie

De FNV en het CNV hebben laten weten dat zij zich terugtrekken uit het keurmerk van de Stichting Normering Arbeid (SNA). Dit keurmerk voor uitzendorganisaties zou het beoogde doel niet bereiken.

Het SNA-keurmerk heeft als doel fraude en illegaliteit in de uitzendbranche en bij (onder)aanneming van werk te voorkomen. Volgens de werknemersorganisaties FNV en CNV bereikt de SNA dit doel niet genoeg. De bonden hebben daarom aangegeven dat zij uit het SNA-bestuur stappen. In het bestuur zitten verder werkgevers- en uitzendorganisaties zoals MKB-Nederland, VNO-NCW, ABU en NBBU. Deze partijen hebben als reactie op het besluit van de vakbonden laten weten dat ze gewoon doorgaan met (het verbeteren van) het keurmerk.

Cao-ontduiking via contracting en zzp-bemiddeling

Volgens de werknemersorganisaties werd in de afgelopen twee jaar het keurmerk steeds vaker toegekend aan uitzendbureaus die bepalingen uit de uitzend-cao’s ontdoken. Dit deden de uitzendbureaus onder meer door onderbetaling via ‘contracting’ – waarbij werkgevers werk uitbesteden aan een opdrachtnemer die niet aan een cao is gebonden – en het bemiddelen van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die eigenlijk als uitzendkracht werkzaam zijn. Een gevolg hiervan zou onderbetaling van werknemers zijn.

SNA-keurmerk vrijwaart inlener van aansprakelijkheid

Het besluit van de vakbonden kan als waarschuwing gelden voor werkgevers die een uitzendbureau in de arm willen nemen. Toch kan het SNA-keurmerk wel van waarde zijn: werkgevers die personeel inlenen (tool) bij een houder van het keurmerk, worden onder voorwaarden gevrijwaard van de inlenersaansprakelijkheid. Bezitters van het keurmerk moeten voldoen aan de NEN-norm 4400. Hierin zijn eisen opgenomen voor zaken zoals de wijze van loonbetaling en de aangifte van loonheffingen. De ruim 4.000 keurmerkhouders worden periodiek gecontroleerd op hun plichten.