Het vennootschapsbelastingtarief van 7% (2018) voor winsten die ondernemingen behalen met innovatieve activiteiten, de innovatiebox, wordt per 1 maart 2018 ook toegepast op activa die zijn voortgebracht vóór 1 juli 2016. Hiervoor gold een overgangsrecht met een tarief van 5%. Deze reparatie is nodig, omdat het oude tarief was ‘vergeten’ in het Belastingplan 2018.
Het effectieve tarief van de innovatiebox is per 1 januari 2018 verhoogd van 5 naar 7%. Deze verhoging zou gelden voor alle immateriële activa die toegang hebben tot de innovatiebox, ook voor gevallen die onder het overgangsrecht tot 1 juli 2021 vallen. Dat was alleen niet zo benoemd in het belastingplan. Voor voordelen op immateriële activa die vanaf 1 maart 2018 worden behaald, geldt vanaf die datum dus ook het effectieve tarief van 7% (in plaats van 5%).
De innovatiebox (tool) is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal te stimuleren (tool). Alle winsten die behaald worden met innovatieve activiteiten (tool), vallen in deze box. Het tarief van de vennootschapsbelasting voor deze winsten is 5% (tot en met 2017) of 7% (vanaf 2018). Ondernemingen met een gebroken boekjaar 2017/2018 kunnen hun innovatievoordeel verdelen over het aantal dagen voor en na de tariefswijziging.
Zonder maatregel zou het verschil in het effectief tarief de staat ongeveer € 84 miljoen aan gederfde belastinginkomsten kosten over de periode januari 2018 tot en met medio 2021. Door nu met de maatregel het verschil in effectief tarief op te heffen, wordt dit beperkt tot € 9 miljoen.