De bedrijfsmaatschappelijk werker is gespecialiseerd in werkgerelateerde problemen en conflicten. Verandert er binnen de organisatie iets in de regelingen rond bedrijfsmaatschappelijk werk, dan heeft de ondernemingsraad (OR) instemmingsrecht.
Niet alleen het invoeren van een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk valt onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad op basis van artikel 27, lid 1h van de Wet op de ondernemingsraden. De OR heeft ook instemmingsrecht bij de positie van de bedrijfsmaatschappelijk werker binnen de organisatie. Ontvangt de OR een instemmingsverzoek voor bedrijfsmaatschappelijk werk, dan doet de OR er goed aan om ook de privacy van de werknemers in het oog te houden. Bedrijfsmaatschappelijk werk richt zich overwegend op de balans tussen werk en privé. De bedrijfsmaatschappelijk werker zal dus veel persoonlijke informatie van de werknemer ontvangen. Dat vraagt om een zorgvuldige verwerking die voldoet aan de voorschriften van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Daarnaast kan de OR er ook voor zorgen dat die regeling bekend is onder de achterban, zodat werknemers weten waar ze met hulpvragen terechtkunnen.
Is er binnen de organisatie nog geen regeling op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk, dan kan de OR het onderwerp dankzij het initiatiefrecht op de agenda zetten van de overlegvergadering met de bestuurder. Een bedrijfsmaatschappelijk werker kan namelijk van grote toegevoegde waarde zijn voor de organisatie en werknemers. De hulpverlener kan onder meer: