Naast de uitbreiding van het instemmingsrecht op de pensioen- en (onderdelen van) de uitvoeringsovereenkomst, krijgt de ondernemingsraad ook recht op instemming als de bestuurder het werknemerspensioen wil onderbrengen bij een buitenlandse uitvoerder.
Onlangs is het wetsvoorstel voor uitbreiding en verduidelijking van het instemmingsrecht van de OR bij pensioen ingediend bij de Tweede Kamer. Eén van de voorstellen is dat de bestuurder óók instemming moet vragen aan de OR als hij het werknemerspensioen wil onderbrengen bij een buitenlandse pensioenuitvoerder. Voorwaarde daarbij is in elk geval dat die uitvoerder moet voldoen aan de voorwaarden uit artikel 23 lid 1 sub b en c van de Pensioenwet. Dit ‘grensoverschrijdende’ instemmingsrecht wordt opgenomen in een nieuw (achtste) lid van artikel 27 WOR.
Naast nieuwe bepalingen over het instemmingsrecht op de pensioen- en uitvoeringsovereenkomst en het onderbrengen van het pensioen bij een buitenlandse uitvoerder, stuurt het wetsvoorstel aan op één andere wijziging van de WOR. Zo krijgt artikel 31 WOR een nieuwe bepaling die stelt: ‘De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk te informeren over elke voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.’