Kritische OR-vragen bij voorgenomen cameratoezicht

13 april 2023 | Door redactie

Zonder instemming van de OR, kan de bestuurder geen cameratoezicht op de werkvloer invoeren. Legt de bestuurder zijn plannen voor aan de raad, dan is het aan de OR om kritische vragen te stellen over het cameratoezicht.

De OR heeft instemmingsrecht bij de vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling rond het verwerken of beschermen van de persoonsgegevens van de in de onderneming werkzame personen. De OR heeft dus instemmingsrecht bij (geheim) cameratoezicht. Dit is vastgelegd in artikel 27, lid 1k van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Vooral personeelsvolgsystemen, zoals cameratoezicht, vragen bijzondere aandacht van de OR.

Vragen die de OR kan stellen over cameratoezicht

Voor cameratoezicht op de werkplek gelden strikte regels volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) verzorgt de handhaving van de AVG en kan controles uitvoeren, waarschuwingen geven en boetes opleggen. Ontvangt de OR van de bestuurder een instemmingsverzoek voor cameratoezicht, dan is het dus zaak dat de OR kritisch naar de plannen kijkt. De AP ondersteunt de OR bij de bewaking van de privacy en beschrijft in een handreiking een aantal vragen die de OR kan stellen: 

  • Met welk doel gebruikt of wil de bestuurder het cameratoezicht gebruiken? 
  • Is er sprake van een wettelijke of contractuele verplichting? Zo niet, is het om een andere reden noodzakelijk om de voorziening in te voeren of te gebruiken?
  • Is er geen externe noodzaak voor het cameratoezicht, kan de bestuurder dan aantonen dat hij een legitieme reden (gerechtvaardigd belang) heeft om de voorziening te gebruiken?
  • Hoe verhoudt het belang van de organisatie zich tot de belangen van de werknemers?
    - Hoe indringend is de observatie?
    - Komen de belangen van de werknemers in het gedrang?
    - Kan de bestuurder zijn doel ook bereiken op een voor de werknemers minder ingrijpende wijze?

Aanvullende vragen voor de OR bij heimelijk cameratoezicht

In geval van heimelijk cameratoezicht moet de OR nog een aantal aanvullende vragen stellen:

  • Is in de organisatie bekend welk gedrag niet wordt getolereerd en zijn werknemers hiervoor gewaarschuwd?
  • Heeft de werkgever op een andere manier geprobeerd om het schadelijke gedrag (zoals fraude of diefstal) te voorkomen of te achterhalen?
  • Is voldoende gewaarborgd dat de voorziening niet lichtvaardig wordt ingezet? 

Bijlagen bij dit bericht