Bij nietigverklaring kan achterban besluit negeren

17 juli 2023 | Door redactie

Het instemmingsrecht geeft de ondernemingsraad een sterk middel om invloed uit te oefenen op het beleid. Neemt de bestuurder het instemmingsrecht niet serieus genoeg, dan hoeven de werknemers ook niet naar zijn besluit te handelen. Ze kunnen het besluit van de bestuurder echter niet zomaar negeren.

Bij een groot aantal voorgenomen besluiten moet de bestuurder de ondernemingsraad (OR) vooraf om instemming vragen. Om welke besluiten het gaat, staat in artikel 27, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De bestuurder mag zijn voorgenomen besluit alleen doorvoeren als de OR ermee heeft ingestemd. Maar wat als de bestuurder het instemmingsrecht van de OR aan zijn laars lapt; als hij de OR niet om instemming vraagt als dit wel verplicht is of als hij zijn besluit doorvoert ondanks een ‘nee’ van de OR? Deze dingen gebeuren in de praktijk, en dan moet de OR meteen in actie komen.

Als de bestuurder het instemmingsrecht aan zijn laars lapt

Voert de bestuurder een instemmingsplichtig besluit door zonder dat de OR ermee heeft ingestemd, dan doet de OR er verstandig aan om een schriftelijke nietigverklaring in te dienen. Dit moet gebeuren binnen 30 dagen nadat de OR heeft vernomen of geconstateerd dat de bestuurder het besluit toch doorvoert. Met een nietigverklaring ontneemt de OR iedere rechtsgrond aan het besluit van de bestuurder. Dit betekent dat de bestuurder het besluit niet mag uitvoeren en dat werknemers het besluit mogen negeren.

Het is zaak dat achterban massaal meedoet

De OR doet er goed aan om de achterban zo snel mogelijk te informeren over de nietigverklaring. Wijs hen erop dat zij een besluit dat door de OR nietig is verklaard niet hoeven uit te voeren, ook niet als de bestuurder dit nadrukkelijk opdraagt. Het is van belang dat alle werknemers hiervan op de hoogte zijn en ook massaal meedoen aan het negeren van de verandering. Volgen sommigen toch het woord van de bestuurder, dan kan er onderling onenigheid ontstaan. En dat kan de positie van de OR ondermijnen.

Kantonrechter als laatste stap

Voert de bestuurder het besluit ondanks de nietigverklaring toch door, dan kan de OR naar de kantonrechter stappen. De kantonrechter zal dan beoordelen of het redelijk is dat de OR niet met het besluit heeft ingestemd en of de bestuurder zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, -economische of -sociale redenen kan aanvoeren waarom hij zich genoodzaakt voelt om het besluit toch door te voeren. Een gang naar de rechter is voor de OR een laatste middel om de bestuurder zo ver te krijgen dat hij de rechten en bevoegdheden van de OR respecteert. Communiceer dit ook naar de bestuurder als volgende stap. Waarschijnlijk zit ook de bestuurder niet te wachten op een juridische procedure, waarbij de kans groot is dat hij aan het kortste eind trekt.