De soap rond de dividendbelasting gaat weer een nieuw hoofdstuk in. Het kabinet gaat namelijk het hele pakket aan belastingplannen voor het bedrijfsleven ‘heroverwegen’. Daarmee staat dus ook het schrappen van de dividendbelasting weer op de helling.
Het afvoeren van de dividendbelasting krijgt al sinds de aankondiging bakken kritiek. Het schrappen van deze belasting zou te weinig opleveren voor het Nederlandse bedrijfsleven. En de slordige € 2 miljard die de maatregel de schatkist kost kan wat de oppositie betreft beter naar zorg of onderwijs gaan. Maar tijdens het debat over de Prinsjesdag-plannen bleven de coalitiepartijen onverstoorbaar achter de maatregel staan. Daarmee was er dus een meerderheid voor de plannen.
Maar vorige week zorgde Unilever voor een fikse domper voor het kabinet. De verhuizing van het hoofdkantoor van de was- en levensmiddelengigant van Londen naar Rotterdam gaat voorlopig niet door. Een deel van de Britse aandeelhouders voelt er toch niet zoveel voor.
Dat bericht past niet echt in het beeld dat het afschaffen van de dividendbelasting helpt Nederland aantrekkelijk te houden voor grote internationale concerns. Premier Rutte noemde het besluit van Unilever afgelopen vrijdag ‘teleurstellend’. Hij kondigde aan dat het kabinet het schrappen van de dividendbelasting gaat heroverwegen. Daarbij gaat het niet alleen over het dividend, maar over het hele ‘bedrijfslevenpakket’ met belastingmaatregelen. In dat pakket zit bijvoorbeeld óók de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting. Rutte en minister Hoekstra van Financiën hebben al laten weten dat het heroverwegen wel even wat tijd in beslag neemt. Stel dat het schrappen van de dividendbelasting niet doorgaat, dan is het natuurlijk een bijzonder interessante vraag waar dat geld dan wel heen gaat.
Naast de domper van Unilever blijkt nu dat een ander argument voor afschaffing van de dividendbelasting mogelijk ook van tafel gaat. Het kabinet heeft steeds geschermd met duizenden rechtszaken die buitenlandse beleggers hebben lopen over het discriminerende karakter van de dividendbelasting. Dat is mede op basis van een eerder oordeel van het Europese Hof van Justitie over de Deense dividendbelasting.
Maar die soep wordt mogelijk niet zo heet gegeten, zo blijkt uit een advies van de advocaat-generaal van de Hoge Raad. Die vindt namelijk dat de Nederlandse dividendbelasting anders is dan de Deense en niet discriminerend is. Mocht het Europese Hof daar toch anders over denken, dan kan Nederland volgens de A-G vrij gemakkelijk met wetgeving tegemoetkomen aan de bezwaren.
Parket bij de Hoge Raad, 27 september 2018, ECLI (verkort): 1061