Let op de voorwaarden als u de MIA toepast!

18 februari 2015 | Door redactie

Als uw onderneming gebruikmaakt van de milieu-investeringsaftrek (MIA), heeft u de mogelijkheid om een deel van het investeringsbedrag extra in mindering te brengen op de fiscale winst. Houd wel in het achterhoofd dat u de MIA alleen mag toepassen als u aan de voorwaarden voldoet. Dit blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Den Haag.

Als u de MIA toepast, mag u een deel van het investeringsbedrag (tot 36%) in mindering brengen op de fiscale winst. Hoe groot het percentage uiteindelijk is, hoort u als u de beslissing op de aanvraag ontvangt. In deze zaak ging het om een bv die een hotel-restaurant exploiteerde. In 2011 verbouwde de bv het hotel-restaurant. Om in aanmerking te komen voor de MIA diende de bv twee aanvragen in bij Agentschap NL. Voor de eerste investering van € 1.861.531 kon de bv wel voor € 697.979 de MIA toepassen. Het voordeel bedroeg daardoor € 418.788. De MIA voor de tweede investering van € 1.000.000 werd echter niet geaccepteerd door Agentschap NL. De MIA voor de tweede investering van € 1.000.000 had betrekking op een verbouwing van het restaurant en de keuken van het hotel-restaurant en was aangemeld onder code B 1004 van de Milieulijst 2010. Om voor een toewijzing in aanmerking te komen, had de bv goedgekeurde houtsoorten moeten gebruiken uit de lijst van Timber Procedure Assessment System. Dit was niet het geval. Er was voor € 8.000 ook ander hout gebruikt. Agentschap NL wees het verzoek hierom af. De bv vond dat onredelijk en in strijd met de bedoeling van de wetgever en ging naar de rechter.

De MIA was terecht geweigerd

De rechter gaf aan dat uit de milieulijst bleek dat het gebruikte hout duurzaam moest zijn en een certificering moest hebben. Agentschap NL had terecht de facturen voor het niet-duurzame hout meegenomen bij de beoordeling van de MIA-aanvraag. Het gebruik van niet-gecertificeerd hout had namelijk betrekking op de verbouwing van één gebouw. Daarnaast maakte het niet uit dat het slechts ging om een gering bedrag aan verkeerd hout. Volgens de rechtbank was het niet onredelijk om de MIA niet toe te passen en was dat ook niet in strijd met de bedoeling van de wetgever. Het was verder niet de taak van Agentschap NL of de Belastingdienst om de bv hierop te wijzen en een mogelijkheid te geven om het gebruik van het verkeerde hout te herstellen. De bv had zelf in de gaten moeten (laten) houden of de houtsoorten klopten. Het toepassen van de MIA voor de tweede investering van de bv was dus terecht geweigerd.
Rechtbank Den Haag, 6 november 2014, ECLI (verkort): 14329

Dringende vragen over de MIA?

MKB AdviesdeskHeeft u vragen over de MIA, dan kunt u deze als Premium-abonnee ook gratis stellen aan de experts van MKB Adviesdesk. U krijgt gegarandeerd antwoord binnen vijf werkdagen. Wacht niet langer en stel uw vraag!