Mkb-ondernemingen in de maakindustrie moeten extra financiële ondersteuning van de overheid krijgen om hun productieprocessen te vernieuwen. Dat stelt branchekoepel Metaalunie, die vreest dat het voor mkb’ers anders niet te doen is om de razendsnelle ontwikkelingen bij te houden.
In de maakindustrie vechten allerhande nieuwe technieken om voorrang. Complete fabrieken worden gerund door robots of worden helemaal digitaal aangestuurd en reserve-onderdelen komen uit de 3D-printer. Om maar wat innovaties te noemen. Grotere productiebedrijven trekken volop de portemonnee om de nieuwste technieken in te zetten. Het mkb wil ook mee in die ‘innovatierace’, maar schrikt terug voor investeringen in het moderniseren van de productieprocessen en machines, zegt de Metaalunie op basis van onderzoek van Berenschot (pdf).
Maar dat vernieuwen kost een smak geld en het is bovendien risicovol. Want: hoe weet je als ondernemer zeker dat je in de juiste techniek investeert? Wat de Metaalunie betreft pakt de overheid een grotere rol in het in de race houden van de mkb’ers in de metaalsector. Volgens de branchevereniging is de overheidsstimulering nu vooral gericht op het verbeteren van producten, terwijl er ook aandacht moet zijn voor het vernieuwen van de processen.
Anders kunnen grote productiebedrijven wel steeds vernieuwende producten uitvinden, maar als hun mkb-leveranciers het productieproces niet bij kunnen benen, loopt de keten in de soep. De Metaalunie pleit daarom voor een subsidieregeling voor ‘procesinnovatie’ die lijkt op de WBSO (tools). Ook zou de ondernemer meer begeleiding moeten krijgen om te bepalen welke investeringen in welke technieken nu precies zinvol zijn.
Het CDA heeft inmiddels Kamervragen (pdf) gesteld aan staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken over de kwestie. De vraag is onder meer of zij het eens is met de constatering dat de subsidie te veel gericht is op producten en niet op processen. Daarnaast zijn de eisen voor de WBSO juist twee jaar geleden aangescherpt, waardoor procesinnovatie niet meer onder die subsidie valt. Een andere vraag aan Keijzer is dan ook of de criteria voor innnovatiesubsidie niet dringend verruimd moeten worden.