De Raad voor de Jaarverslaggeving en de jaarrekening

30 juli 2021 | Door redactie

Nederlandse rechtspersonen zijn op grond van de wet verplicht om verslag te doen over de financiële gang van zaken van hun organisatie. Dat doen ze door een jaarrekening op te stellen. Het jaarverslag dient vervolgens als communicatiemiddel tussen de onderneming en de eigenaren van de onderneming. Welke rol speelt de Raad voor de Jaarverslaggeving?

Het doel van zowel de jaarrekening als het jaarverslag is een oprechte weergave geven van de huidige stand van de onderneming. Natuurlijk zijn er een aantal spelregels waaraan de opstellers van de jaarrekening en het jaarverslag zich moeten houden. Spelregels zijn onder andere terug te vinden in artikel 2:632 lid 1, Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast wordt er nog extra invulling gegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ).

De RJ geeft invulling aan maatschappelijk aanvaardbare normen

De RJ geeft inhoud aan de normen die maatschappelijk aanvaardbaar zijn voor een correcte jaarrekening (tools) en jaarverslag. Bij de invulling hiervan houdt de RJ rekening met jurisprudentie van de Ondernemingskamer. De Raad, die is samengesteld uit gebruikers, verschaffers en controleurs, maakt in zijn Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving onderscheid tussen aanbevelingen en stellige uitspraken. Aan stellige uitspraken wordt meer belang gehecht dan aan aanbevelingen. Stellige uitspraken hebben dan ook altijd “dienen” in hun formuleringen: u dient dit of dat te doen. De Richtlijnen zijn altijd gedetailleerder dan de wet. Hoewel de Richtlijnen geen wettelijke status hebben, neemt de rechter ze bij een eventuele rechtszaak meestal mee in zijn oordeel. U mag er alleen van afwijken als hiervoor goede redenen zijn.

Belangrijke uitgangspunten van de richtlijnen van de RJ

Bij het opstellen van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving worden enkele internationaal erkende principes gehanteerd. Het gaat om:

  • Het going-concern-principe: u stelt de jaarrekening op volgens de veronderstelling dat de organisatie niet binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan. Als uw onderneming binnen afzienbare tijd wordt geliquideerd, moet u de jaarrekening opstellen op basis van de liquidatiewaarde;
  • Het matching-principe: dit is een toerekeningsprincipe voor de kosten, waarbij u de kosten zo veel mogelijk toerekent aan de periode waarin ook de opbrengsten zijn verantwoord.
  • Het realisatieprincipe: dit is een toerekeningsprincipe voor de opbrengsten, waarbij u de opbrengsten verantwoordt in de periode waarin de producten en diensten zijn geleverd.
  • Het voorzichtigheidsbeginsel: dit principe hangt nauw samen met het realisatieprincipe. Om te voorkomen dat de jaarrekening een te rooskleurig beeld geeft, mag u alle opbrengsten pas verantwoorden als deze voldoende zeker zijn. Lasten moet u direct verantwoorden zodra deze bekend zijn. Tegelijkertijd mag u activa niet te hoog en passiva niet te laag waarderen.