Per 1 januari 2023 komt er een aanscherping van de CO2-heffing industrie die in 2021 is ingevoerd. Dit blijkt uit het Belastingplan 2023.
De CO2-heffing industrie komt uit het Klimaatakkoord en moet de industrie prikkelen om duurzamer te worden. Minder uitstoot betekent namelijk minder heffing. De belasting ziet er zo uit dat een deel van de uitstoot is vrijgesteld. Die vrijstelling wordt tot aan 2030 steeds verder afgebouwd. Per 1 januari 2023 zal deze heffing wijzigen. Hiervoor zijn drie aanleidingen:
Per saldo komt de reductiefactor die nodig is voor de berekening van de dispensatierechten door de combinatie van deze onderdelen voor het jaar 2023 uit op 1,213. De reductiefactor neemt ieder daaropvolgend kalenderjaar af met 0,078. Het tariefpad van de CO2-heffing industrie wordt niet gewijzigd per 1 januari 2023. Deze aanscherping moet de industrie stimuleren om de uitstoot van broeikasgasemissies met een extra vier megaton te verminderen in 2030 (naast de doelstelling uit het Klimaatakkoord van 14,3 megaton).
Naast deze aanscherping van de CO2-heffing in het Belastingplan is er ook een nieuw wetsvoorstel ingediend: de Wet minimum CO2-prijs industrie. Het voorstel zorgt ervoor dat in Nederland een minimumprijs gaat gelden voor de vrijgestelde emissieruimte, waardoor in feite over de volledige broeikasgasemissies door de desbetreffende bedrijven een minimumprijs van toepassing wordt. Er zijn daardoor dus twee elementen: