Zorgen over gebrek aan duurzaamheidskennis

8 november 2022 | Door redactie

Volgens bijna de helft van de respondenten (46%) van een onderzoek van KMPG en Nyenrode Business Universiteit loopt Nederland voorop op het gebied van ESG-beleid: Environmental (milieu), Social (samenleving) en Governance (goed bestuur). Toch geven de beslissers zichzelf een onvoldoende (5,4) over hun eigen ESG-kennis.

Volgens ruim driekwart van de respondenten zou leiderschap veranderen als bestuurders worden afgerekend op hun bijdrage aan mens, milieu en samenleving. Daarnaast geeft ruim zes op de tien beleidsmakers aan dat ESG-beleid voor hun organisatie vaak in doelstellingen blijft hangen. Uit het onderzoek blijkt ook dat 38% van de respondenten vindt dat de verantwoordelijkheid voor het ESG-beleid bij het bestuur en de directie ligt. Anderen vinden dat die bij de sustainability-afdeling (10%), de bedrijfsoperatie (8%) of HR (7%) zou moeten liggen. Ruim een kwart van de respondenten heeft geen idee wie de verantwoordelijkheid zou moeten dragen. Onder het ESG-beleid vallen naast milieu de gezondheid van medewerkers, inclusiviteit en de ethische bedrijfsvoering.

Onvoldoende kennis van CSRD

Ruim de helft van de respondenten maakt zich zorgen over het gebrek aan kennis over nieuwe wet- en regelgeving op het vlak van duurzaamheid binnen hun organisatie. Zo geeft 63% aan onvoldoende kennis te hebben van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) (verdiepingsartikel). Dit geldt vooral voor de beslissers die werken voor de grootste organisaties, met meer dan 5.000 werknemers.
De meeste beslissers (39%) denken wekelijks tussen de één en vijf uur nodig te hebben voor hun eigen ESG-kennisontwikkeling. Meer dan de helft (54%) daarvan heeft aangegeven een bepaald aantal uur nodig te hebben en is bereid dat te investeren. Een kwart (26%) geeft aan minder tijd te willen besteden aan de eigen ESG-kennisontwikkeling. Dit geldt vooral voor beslissers in kleinere organisaties. ESG-kennis kan volgens de respondenten het beste ontwikkeld worden door opleidingen en trainingen (46%), het uitwisselen van ervaringen met collega’s uit de sector (38%) en door te leren vanuit de praktijk.