Aantal meldingen van vermeende misstanden fors gestegen

19 maart 2025 | Door redactie

In 2024 deden 467 mensen bij het Huis voor Klokkenluiders melding van een vermoeden van een misstand in de organisatie. Dat is een verdubbeling ten opzichte van twee jaar daarvoor. De OR kan er bij de bestuurder op aandringen dat de organisatie een klokkenluidersregeling heeft die aan de eisen van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) voldoet. Het Huis gaat hierop namelijk controleren.

Vorig jaar ontving het Huis voor Klokkenluiders gemiddeld 40 adviesverzoeken per maand (2022: 20), blijkt uit het jaarverslag 2024 van het Huis. De meeste meldingen hadden betrekking op de sociale onveiligheid op de werkvloer. Intimidatie en machtsmisbruik door leidinggevenden werden het meest genoemd, maar er waren ook meldingen over racisme en discriminatie, pesten en sociale isolatie, of een combinatie hiervan. Daarnaast ontving het Huis meldingen over vermoedens van onder meer fraude, aanbestedingen, de veiligheid van materialen, naleving van voorschriften, omgang met persoonsgegevens, academische vrijheid of de kwaliteit van zorg of publieke dienstverlening.

Gratis rechtshulp bij benadeling

Veel klokkenluiders krijgen na hun melding te maken met benadeling op het werk, zoals pestgedrag, sociale isolatie, intimidatie, beëindiging van het dienstverband of zelfs bedreiging. Sinds februari 2024 komen klokkenluiders in dat geval in aanmerking voor kosteloze juridische hulp en mediation. Het Huis kan de melders hiervoor doorverwijzen naar de Raad voor Rechtsbijstand. Dit gebeurde vorig jaar 19 keer. Vermoedelijk heeft de mogelijkheid van kosteloze rechtshulp en mediation bijgedragen aan de toename van het aantal meldingen.

OR kan aandringen op goede klokkenluidersregeling

Eind 2024 werd ook bekend dat Het Huis voor Klokkenluiders de naleving van de Wbk onder werkgevers gaat controleren. De OR doet er daarom goed aan om na te gaan of de organisatie een interne meldprocedure heeft die aan de Wbk voldoet. Heeft de organisatie nog geen klokkenluidersregeling of voldoet de regeling niet aan de eisen die de Wbk hieraan stelt? Kaart dit dan aan bij de bestuurder (initiatiefrecht, artikel 23 WOR). De OR heeft bovendien instemmingsrecht als de bestuurder een interne meldprocedure wil invoeren, wijzigen of intrekken (artikel 27, lid 1m WOR).

Negen autoriteiten om vermoede misstand te melden

De OR kan er onder meer op letten dat in de interne meldprocedure niet alleen het Huis voor Klokkenluiders als extern meldpunt staat. Sinds de inwerkingtreding van de Wbk zijn er namelijk 9 autoriteiten waar klokkenluiders met hun melding terecht kunnen, waaronder de Autoriteit Consument & Markt, de Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze instanties hebben allemaal hun eigen specialisme. Hierdoor kunnen melders hun vermoeden van een misstand bij de juiste instantie melden. De OR kan er bij de bestuurder ook op aandringen dat hij werknemers informeert over de interne meldprocedure. De Brochure bescherming klokkenluiders werknemers (pdf) van het Huis kan hierbij van pas komen.