Als een medewerker een idee heeft voor een nieuw product, een nieuwe dienst of andere werkwijze, bepaalt niet zozeer de inhoud van het idee of het wordt overgenomen, maar de manier waarop u zich als leidinggevende opstelt. Een manager die competitief is ingesteld, zal minder snel een creatief idee van een medewerker aannemen.
Leidinggevenden die ernaar streven de beste te zijn en het belangrijk vinden zich te profileren, zijn minder ontvankelijk voor de creatieve inbreng van medewerkers. Dit blijkt uit promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) (pdf). Organisaties waarin creativiteit en innovatie doorslaggevend zijn voor het succes van de organisatie kunnen nadeel ondervinden van leidinggevenden die competitief zijn ingesteld.
Managers die bij zichzelf ruimte voor verbetering zien en steeds nieuwe kennis en vaardigheden willen leren, staan meer open voor suggesties van medewerkers dan managers die graag demonstreren dat ze over meer kennis en vaardigheden beschikken dan hun personeel. Een manager die competitief is ingesteld, vindt het moeilijk om van medewerkers te horen dat bepaalde zaken op de werkvloer voor verbetering vatbaar zijn. Hij zal de neiging hebben om alleen ideeën van hogergeplaatsten aan te nemen.
Bent u erg competitief ingesteld, dan is het belangrijk dat u medewerkers voldoende ruimte geeft om innovatieve ideeën in te brengen. Overigens blijkt uit het promotieonderzoek dat medewerkers ook een belangrijke rol spelen. Door creatieve ideeën op een vriendelijke toon te presenteren en vooral het nut van het idee te benadrukken, voelt een competitieve manager zich minder bedreigd en is de kans groter dat hij het idee accepteert. Brengt de medewerker een idee in waarbij hij ook het probleem benoemt, dan zal een competitieve manager dat als een aanval op zijn leiderschapskwaliteiten ervaren en veel minder snel geneigd zijn om het idee te omarmen.