Er zijn zeven competenties die een leidinggevende nodig heeft om zijn functie goed uit te kunnen oefenen. Deze zeven competenties zijn altijd nodig, in het hogere én lagere management. Als een manager zich op de ontwikkeling van deze zeven competenties richt, kan hij succes boeken ongeacht in welke fase van zijn loopbaanontwikkeling hij zich bevindt.
Uit eerder onderzoek van consultants Jack Zenger en Joseph Folkman onder 333.000 managers en werknemers blijkt dat er zeven competenties zijn die iedere leider nodig heeft ongeacht het niveau van zijn functie:
De respondenten hadden bij dit onderzoek de keuze uit 16 competenties. De benodigde competenties bleken afhankelijk te zijn van de positie binnen de organisatie, het soort functie en andere specifieke omstandigheden. Toch bleken zeven van de 16 competenties, onafhankelijk van niveau en positie, het belangrijkst te zijn. Er zijn slechts kleine verschillen in de rangordening van de competenties. Zo staat voor middenmanagers problemen analyseren en oplossen op nummer één.
Om leiderschap een succes te maken en voor verdere ontwikkeling is het dus belangrijk dat een manager zich concentreert op de verbetering van de genoemde competenties. Deze komen per slot van rekening altijd van pas, ongeacht op welk niveau iemand functioneert. Wil een manager hogerop komen, dan moet hij ook strategisch denken toevoegen aan deze lijst. Die competentie heeft hij nodig als hij promotie wil maken. Andere managers moeten dit ook in hun achterhoofd houden bij het opleiden (e-learning) van andere leidinggevenden binnen de organisatie.