Een werkgever kan per 1 januari 2021 een loonkostenvoordeel (LKV) krijgen voor een werknemer die onder de doelgroep van de banenafspraak valt zolang hij bij hem in dienst is. Nu is de maximale duur nog drie jaar. Bovendien is op termijn geen doelgroepverklaring meer nodig.
Lees ook het nieuwsartikel Loonkostenvoordeel (LKV) regelen voor de werknemer
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer laten weten dat het LKV waarop werkgevers recht hebben als zij iemand uit de doelgroep banenafspraak in dienst nemen, structureel beschikbaar wordt voor alle werknemers uit de doelgroep banenafspraak. Een werkgever kan daardoor het LKV voor banenafspraak gaan toepassen zolang de dienstbetrekking duurt, in plaats van de huidige maximale termijn van 3 jaar. Bovendien kan de werkgever het LKV voor banenafspraak straks toepassen voor alle werknemers uit de doelgroep banenafspraak die hij in dienst heeft, en niet, zoals dat nu het geval is, alleen voor de werknemers die onlangs in dienst zijn getreden.
Ook hebben werkgevers voor het LKV voor banenafspraak straks geen doelgroepverklaring meer nodig . Zij kunnen dan op basis van het doelgroepregister banenafspraak bepalen of ze voor een werknemer in aanmerking komen voor het LKV voor banenafspraak. Het kabinet verwacht dat hierdoor meer werkgevers gebruik kunnen gaan maken van het LKV voor banenafspraak. Eerder werd al bekend dat doelstelling banenafspraak ook in 2019 ruimschoots is behaald en het LKV banenafspraak ook na 1 januari 2021 zal doorlopen. Minister Koolmees streeft ernaar in de loop van 2021 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te sturen. In dat wetsvoorstel wordt ook het nieuwe LKV jongeren uitgewerkt.
Onder de doelgroep van de banenafspraak vallen werknemers die onder de Participatiewet vallen en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen en bijvoorbeeld mensen met een indicatie Wet sociale werkvoorziening die op een reguliere werkplek werken en Wajongers met arbeidsvermogen. Ook scholingsbelemmerden tellen mee. Dat zijn werknemers die de afgelopen vijf jaar door ziekte of gebrek een belemmering hebben ondervonden bij het volgen van onderwijs.