Nieuwe vragen en antwoorden over LIV en WKR

20 december 2016 | Door redactie

De Belastingdienst heeft een aantal nieuwe vragen en antwoorden over de werkkostenregeling (WKR) en het lage-inkomensvoordeel (LIV) gepubliceerd op zijn website. Sommige antwoorden van de Belastingdienst leiden echter vooral tot nog meer vragen.

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt ingevoerd per 1 januari 2017. Het uitgangspunt is dat werkgevers LIV ontvangen voor iedere werknemer die minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon verdient. In de vragen en antwoorden die de Belastingdienst onlangs gepubliceerd heeft naar aanleiding van zijn intermediairdagen, staat echter dat hierbij uitgegaan wordt van het zogenoemde sociale verzekeringsloon. Als dat sv-loon door bijvoorbeeld het inhouden van het werknemersdeel van de pensioenpremie lager is dan het wettelijk minimumloon (tools), krijgt de werkgever voor deze werknemer dus geen LIV.

Borrels belast voor partners?

Het antwoord over het lage-inkomensvoordeel is niet het enige opmerkelijke. De Belastingdienst zegt namelijk ook dat consumpties die partners van werknemers gebruiken tijdens een borrel op de werkplek, loon zijn voor de werknemer of als eindheffingsloon in de vrije ruimte ondergebracht moeten worden. Voor consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd geldt echter een nihilwaardering, die in de praktijk óók van toepassing is op de consumpties die de partner van een werknemer gebruikt tijdens een feest of borrel.

Geen rechten ontlenen aan informatie

De Belastingdienst heeft bij de vragen en antwoorden expliciet de volgende disclaimer toegevoegd: ‘Wij hopen antwoord te hebben gegeven op uw vraag. U kunt aan dit antwoord echter geen rechten ontlenen in juridische of juridisch fiscale zin.’ Als werkgevers een naheffing of boete krijgen omdat ze gehandeld hebben op basis van de informatie die de Belastingdienst in zijn vragen en antwoorden geeft, moeten ze die dus gewoon betalen.