Werkgevers die het lage-inkomensvoordeel (LIV) over dit jaar niet willen mislopen, moeten nu in hun administratie duiken. Ze kunnen namelijk nog maatregelen nemen die duizenden euro’s per werknemer kunnen opleveren.
Het LIV kan oplopen tot € 2.000 per werknemer per jaar. Daarvoor moet wel aan voorwaarden voldaan zijn. Valt een werknemer nét buiten die voorwaarden, dan kan zijn werkgever nu nog actie ondernemen om ervoor te zorgen dat hij er binnen gaat vallen en zo over heel 2019 nog voordeel binnenhalen. De voorwaarden voor het LIV zijn:
Een werknemer die per week net iets minder werkt dan 24 uur, komt over een heel kalenderjaar net niet aan 1.248 verloonde uren. Om dat op te lossen, kan de werkgever hem – in goed overleg natuurlijk – in de laatste maanden van dit jaar wat extra uren laten werken. Daardoor krijgt hij over het hele jaar LIV voor hem.
Het gemiddelde uurloon van de werknemer moet over het hele jaar binnen de grenzen vallen. Daarbij zijn er nu nog twee categorieën:
Valt een werknemer net buiten de laagste categorie of zelfs net boven de hoge categorie, dan kan het verstandig zijn om met hem te bespreken of hij een deel van zijn tijdvakloon wilt uitruilen voor een onbelaste vergoeding. Zo lang uw organisatie de grens van de vrije ruimte van 1,2% van de fiscale loonsom niet overschrijdt, kost dat de werkgever niets extra’s. Het kan wel tot € 2.000 aan LIV schelen. De uitruil moet wel vóór de uitbetaling met de werknemer afgesproken zijn.