Hoeveel lage-inkomensvoordeel (LIV) uw onderneming mogelijk per 2017 kan ontvangen, hangt af van het uurloon dat de werknemer verdient. Bij het bepalen van de grenzen voor het LIV is een 38-urige werkweek, vermeerderd met 8% vakantiebijslag als uitgangspunt genomen.
Volgens de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) kan uw organisatie in de toekomst voor werknemers die maximaal 120% van het minimumloon verdienen in aanmerking komen voor een LIV. Daarbij is het uitgangspunt het minimumuurloon bij een 38-urige werkweek, vermeerderd met 8% vakantiebijslag. Voor de tweede helft van 2015 zou dit neerkomen op een bovengrens voor het LIV van € 11,87 loon per uur. Dit bedrag wordt vanaf 2017 ieder half jaar in gelijke tred met het minimumloon via een ministeriële regeling naar boven bijgesteld.
De doelgroep van het lage-inkomensvoordeel (LIV) is opgesplitst in twee groepen: werknemers die minimaal 100% en maximaal 110% van het minimumloon verdienen en werknemers die meer dan 110%, maar maximaal 120% van het minimumloon verdienen. De tegemoetkoming per uur is voor deze groepen verschillend (tool). Hoewel u het LIV straks pas na afloop van het kalenderjaar ontvangt, wilt u natuurlijk wel graag van tevoren weten of u ervoor in aanmerking komt.
De beoogde ingangsdatum van het LIV is 1 januari 2017. Als de Tweede en Eerste Kamer met de WTL instemmen, krijgt uw onderneming vanaf die datum een tegemoetkoming (tool) voor werknemers die (iets meer dan) het wettelijk minimumloon verdienen.