Is de iPad dan toch een computer?

24 april 2015 | Door redactie

De iPad is geen communicatiemiddel, maar heeft volgens advocaat-generaal Niessen meer de functie van een computer. Hij vindt de eerdere uitspraak van Gerechtshof Amsterdam dan ook onbegrijpelijk. Neemt de Hoge Raad dit advies over, en u heeft onder de oude regels van vergoedingen en verstrekkingen onbelast een iPad aan uw werknemers verstrekt, dan zult u moeten aantonen dat zij deze voor 90% of meer zakelijk gebruiken.

Onder de oude regels voor vergoedingen en verstrekkingen was het mogelijk om een communicatiemiddel onbelast te vergoeden of te verstrekken als het zakelijk gebruik meer dan 10% bedroeg. Voor het onbelast vergoeden of verstrekken van een computer golden veel strengere eisen, omdat het zakelijk gebruik dan 90% of meer moest zijn. In het bericht ‘Een iPad is toch geen computer’ kon u lezen dat de iPad volgens het Gerechtshof Amsterdam geen computer was maar een communicatiemiddel, omdat het beeldscherm en de invoermogelijkheden te beperkt waren voor langdurig gebruik als computer.

Een iPad is niet hoofdzakelijk als communicatiemiddel in gebruik

De advocaat-generaal was het echter niet eens met het gerechtshof. Hij vond dat het gerechtshof meer had moeten kijken naar de functies van een iPad. De werknemer kan de iPad gebruiken voor communicatie, omdat hij ermee kan mailen, bellen en berichten versturen via social media. Daarnaast heeft een iPad functies die traditioneel bij een computer horen zoals het bewerken van foto’s en video, gamen, het maken en geven van presentaties en het verwerken van teksten. Hieruit concludeerde de advocaat-generaal dat de iPad niet hoofdzakelijk te gebruiken is als communicatiemiddel. Uit verschillende onderzoeken blijkt zelfs dat mensen de iPad maar in beperkte mate als communicatiemiddel gebruiken.

Werknemer kon ook een draadloos toetsenbord aansluiten

De uitspraak van het gerechtshof was volgens de advocaat-generaal daarom onbegrijpelijk, omdat bij het oordeel alleen gekeken was naar de kantoorfunctie van de iPad. Er was geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de werknemer voor het uittypen van lange teksten een draadloos toetsenbord kon aansluiten op de iPad. De communicatiefunctie was dus ondergeschikt aan de overige functies en taken van de iPad. Het zakelijk gebruik van de iPad was minder dan 90% en dus ging het niet om een onbelaste verstrekking. De bv moest dus volgens de advocaat-generaal belasting betalen over de verstrekking. Het is nu aan de Hoge Raad om zich uit te spreken over deze zaak.
Conclusie Advocaat-Generaal, 31 maart 2015, ECLI (verkort): 398