Rubrieken in loonaangifte 2016 op de schop

13 januari 2016 | Door redactie

In de loonaangifte zijn per 2016 een aantal wijzigingen doorgevoerd. Er zijn een paar rubrieken geschrapt omdat ze niet langer in gebruik zijn, maar ook twee nieuwe rubrieken toegevoegd.

De salarisadministrateur moet bij het verwerken van de loonaangifte van 2016 rekening houden met veranderingen in de rubrieken. Zo zijn de rubrieken verwijderd van vier vormen van eindheffing. Deze waren per 2015 al niet meer van kracht door de verplichte invoering van de werkkostenregeling. Ook de rubriek ‘Tijdelijke heffingskorting’ is geschrapt, omdat per 2016 de tijdelijke heffingskorting voor vroeggepensioneerden is afgeschaft.

Geen onbelast rentevoordeel personeelslening meer

De rubriek ‘Personeelslening waarvan de rente- en/of kostenvoordelen niet tot het loon zijn gerekend’ bestaat nog wel in de loonaangifte van 2016, maar hij mag niet meer worden gebruikt. Toen de nieuwe regels voor de behandeling van de personeelslening voor de eigen woning (tool) bekend werden, was het te laat om de rubriek nog uit de loonaangifte van 2016 te verwijderen. Het voordeel dat een werknemer heeft van de geldlening die hij van uw organisatie heeft gekregen, moet voortaan in de nieuwe rubriek ‘Bedrag rente- en/of kostenvoordeel personeelslening’ komen te staan. Die kon wel nog op tijd worden toegevoegd.

Nieuwe gegevens voor Centraal Bureau voor de Statistiek

Er zijn daarnaast nog twee nieuwe rubrieken in de loonaangifte van 2016. Dit zijn geen fiscale gegevens die de Belastingdienst nodig heeft, maar gegevens voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als gevolg van Europese regels. Hierbij gaat het om het volgende:

  • De nieuwe rubriek ‘Contractloon’ is bedoeld voor het loon in geld in dat uw organisatie met de werknemer is overeengekomen als vast brutoloon op basis van de individuele arbeidsovereenkomst of de cao.
  • In de nieuwe rubriek  ‘Contracturen per week’ moeten de uren worden ingevuld die uw organisatie met de werknemer heeft afgesproken als vast aantal uren per week. Ook deze moeten blijken uit de arbeidsovereenkomst of cao.

Binnenkort zal de Belastingdienst verder specificeren hoe deze nieuwe rubrieken precies moeten worden ingevuld. Vooral voor parttimers, flexibele contracten en aangiftetijdvakken die afwijken van het loontijdvak, kan hier namelijk onduidelijkheid over ontstaan.