Uw bv moet loonheffingen inhouden op het loon van werknemers. U neemt als dga een bijzondere positie in, omdat de gezagsverhouding anders is. Bent u dan volgens de fiscale regels wel echt 'werknemer' van uw eigen bv? Hoe gaat het met de verloning?
Dit verdiepingsartikel wordt u aangeboden door Rendement Online
Heeft uw bv werknemers in dienst, dan krijgt u te maken met de loonheffingen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet). U bent als dga in dienst van uw eigen bv.
De Belastingdienst merkt uw bv dan aan als inhoudingsplichtige. Over het fiscale loon moet uw bv dus loonheffingen inhouden.
Voor het bestaan van een (echte) dienstbetrekking moeten er 3 elementen aanwezig zijn:
Als één van de genoemde elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking.
In de situatie dat u als dga werkzaamheden verricht voor uw bv waarin u 100% van de aandelen houdt en waarvoor u een vergoeding ontvangt, voldoet u aan de eerste 2 voorwaarden. Maar de derde voorwaarde is lastiger te beoordelen. U bent als dga tenslotte feitelijk werkgever én werknemer.
Om discussie hierover te voorkomen, heeft de wetgever besloten dat u als dga in fictieve dienstbetrekking bent bij uw bv. Het gevolg hiervan is dat u werknemer bent volgens de wet en u rekening moet houden met dezelfde regels als bij een ‘normale’ werknemer. Daarnaast krijgt u als dga nog te maken met een aantal specifieke regels.
U heeft als dga dus een dienstbetrekking bij uw bv. Over de vergoeding voor uw werkzaamheden moet uw bv rekening houden met de loonheffing. Voor de premies werknemersverzekeringen bent u niet altijd verzekerd en gelden afwijkende regels.
U moet als dga minimaal een bepaald loon ontvangen
Zoals gezegd heeft u als dga een bijzondere positie. U bent zowel werkgever als werknemer. Daardoor kunt u als dga uw eigen salaris bepalen. Uw beloning kan bestaan uit een salaris of dividend.
Uw salaris is aftrekbaar in de vennootschapsbelasting, maar belast tegen het progressieve tarief in de inkomstenbelasting. Kiest u voor dividend, dan is dat niet aftrekbaar in de vennootschapsbelasting, maar slechts belast tegen het geldende tarief in box 2, oftewel 26,90% in 2021 (26,25% in 2020). Het kan daardoor voordeliger zijn om uzelf meer dividend uit te keren en een zo laag mogelijk salaris.
Om dat te voorkomen heeft de wetgever de gebruikelijkloonregeling ingevoerd. U moet als dga minimaal een bepaald loon ontvangen. In 2021 is het standaardbedrag voor het gebruikelijk loon vastgesteld op € 47.000 (in 2020 was dit € 46.000.
Voor een dga van een bv zonder ander personeel geldt een vereenvoudigde procedure voor de aangifte loonheffingen. De regeling komt er kort gezegd op neer dat bv’s met alleen één of meer dga’s in dienstbetrekking, de mogelijkheid hebben om de aangifte loonheffingen ‘vooruit’ te doen. De aangifte is dan al mogelijk vóór het desbetreffende loontijdvak is begonnen.
De betalingen van de loonheffing over die tijdvakken kunt u ook alvast klaarzetten. Uw bv moet aan de volgende 2 voorwaarden voldoen om deze procedure te mogen toepassen:
Voldoet u aan de voorwaarden, dan hoeft u bepaalde rubrieken in de aangifte loonheffingen ook niet in te vullen.
Een onderdeel van de loonheffingen is de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). De hoogte van de bijdrage is een percentage van uw inkomen. Afhankelijk van de situatie komt deze bijdrage voor rekening van de werkgever of werknemer.
In de meeste gevallen betaalt de werkgever de werkgeversheffing ZVW. In 2021 bedraagt die bijdrage 7,00% van het loon (2020: 6,70%). Bent u als dga niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan geldt de eigen bijdrage ZVW (5,75% van het loon in 2021, in 2020 was dit 5,45%).
Uw bv moet de bijdrage ZVW inhouden op uw nettoloon tot een maximumbijdrageloon van € 58.311 in 2021 (2020: € 57.232). Over het nettoloon boven de € 58.311 betaalt u geen premie. De bijdrage draagt u af aan de Belastingdienst via de aangifte loonheffingen.
Veel ondernemers kiezen voor het opzetten van een holdingstructuur. De structuur ziet er dan als volgt uit: een holding van een dga houdt 100% van de aandelen in een werk-bv. De keuze voor verloning via de holding of de werk-bv is erg afhankelijk van uw persoonlijke wensen en de omstandigheden.
Holding
Een argument voor verloning via de holding zou kunnen zijn dat u uw verloning apart wilt houden van de verloning van het overige personeel. Op die manier kunt u zelf bepalen hoe u de verloning doet, ongeacht de afspraken binnen de werk-bv. Voor uw werkzaamheden voor de werk-bv krijgt uw holding dan een managementvergoeding.
De verloning via de holding is ook aantrekkelijker als uw holding niet alle aandelen houdt in de werk-bv (er is dus een medeparticipant). U kunt dan uw eigen salarispolitiek voeren vanuit de holding, zonder de bemoeienis van de ander.
U kunt ook afspreken dat u een gelijke managementvergoeding door de holdings laat factureren aan de werk-bv. U beslist dan in uw eigen holding hoe u dit geld besteedt.
Werk-bv
Uiteraard is het ook mogelijk om de verloning via de werk-bv te regelen. Het voordeel is dat u minder administratieve lasten heeft. U hoeft geen loonaangifte in te dienen voor uw holding, omdat daar geen werknemers in dienst zijn.
Piet Sterk en Jan IJzer hebben ieder, via hun persoonlijke holdings (Sterk Holding bv en IJzer Holding bv), een 50%-belang in IJzerSterk bv. Jaarlijks factureren de holdings ieder een managementvergoeding van € 100.000 voor de werkzaamheden van Piet en Jan.
Piet kiest ervoor om € 60.000 salaris te ontvangen uit Sterk Holding bv. Voor de rest heeft Piet niets geregeld. Jan heeft het anders gedaan: salaris € 50.000, € 25.000 in zijn pensioen en € 20.000 op een bankspaarrekening.
Piet en Jan kunnen hun persoonlijke wensen dus realiseren door verloning via hun eigen holding. Als Piet en Jan rechtstreeks via IJzerSterk bv hun vergoeding zouden krijgen, zou dit meer discussie en problemen kunnen opleveren.
Doorbetaaldloonregeling
Als u voor meerdere bv’s werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld als u naast de werkmaatschappij ook nog een persoonlijke holding heeft, mag u onder voorwaarden de zogenoemde doorbetaaldloonregeling toepassen.
Op basis van de wet bent u daardoor werknemer voor alle bv’s, dus zowel de holding als de werkmaatschappijen. U zou dan voor alle bv’s een salarisadministratie moeten gaan voeren en het gebruikelijk loon moeten vaststellen. De doorbetaaldloonregeling is een praktische oplossing hiervoor.
De regeling houdt in dat de doorbetaler (de bv die het loon doorbetaalt aan de hoofdwerkgever) geen loonheffingen hoeft in te houden. Er is dus slechts één bv die de loonbetalingen verricht en de loonheffingen inhoudt namens alle bv’s. De andere bv’s zijn de doorbetaler en betalen geen loon meer uit.
Voor het toepassen van de doorbetaaldloonregeling gelden de volgende voorwaarden:
In principe moeten de hoofdwerkgever, de doorbetaler en de werknemer samen een verzoek indienen bij de Belastingdienst voor toepassing van de doorbetaaldloonregeling. Er geldt een uitzondering voor de werknemer die een aanmerkelijk belang heeft in de doorbetaler en de hoofdwerkgever. U kunt de doorbetaaldloonregeling dan toepassen zonder eerst de Belastingdienst te informeren.
Piet Sterk is 100%-aandeelhouder en dga van Sterk Holding bv. Sterk Holding bv houdt op haar beurt 50% van de aandelen in IJzerSterk bv. De overige 50% van de aandelen is in handen van zijn compagnon Jan IJzer.
Piet Sterk werkt voor beide bv’s. Bij IJzerSterk bv ontvangt hij een salaris van € 35.000, bij Sterk Holding bv een salaris van € 15.000. IJzerSterk bv past de doorbetaaldloonregeling toe en maakt het salaris zonder inhouding van loonheffing over naar Sterk Holding bv. Deze holding verloont € 50.000 aan Piet met inhouding van loonheffingen.