Bij een loonbeslag houdt een werknemer altijd een deel van zijn loon over om van te leven. Hoe hoog deze beslagvrije voet is, hangt af van de persoonlijke situatie van de werknemer. Per 1 januari 2019 gelden nieuwe bedragen voor de beslagvrije voet.
Als uw organisatie te maken krijgt met loonbeslag op het loon van een werknemer, kan de deurwaarder nooit beslag leggen op het volledige salaris. De werknemer houdt altijd een deel over om in zijn levensonderhoud en vaste lasten te voorzien. Dit is de zogeheten beslagvrije voet. De beslagvrije voet is minimaal 90% van de bijstandsnorm inclusief vakantiebijslag (tool). Net als bij de bijstand is de hoogte van de beslagvrije voet dus afhankelijk van de leeftijd, huwelijkse staat en gezinssituatie van de werknemer. Het bedrag wordt jaarlijks per 1 januari en 1 juli vastgesteld. Voor de eerste helft van 2019 bedraagt de beslagvrije voet:
Normen 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd | |
echtpaar | € 1.318,56 |
alleenstaande of alleenstaande ouder | € 923,00 |
Normen pensioengerechtigde leeftijd | |
echtpaar (één of beide pensioengerechtigd) | € 1.407,11 |
alleenstaande of alleenstaande ouder | € 1.033,02 |
Normen tot 21 jaar | |
beide partners jonger dan 21 jaar | € 455,71 |
één partner jonger dan 21 jaar | € 887,14 |
beide partners jonger dan 21 jaar met kind | € 719,42 |
één partner jonger dan 21 jaar met kind | € 1.150,85 |
alleenstaande of alleenstaande ouder | € 227,85 |
Basisnorm bij verblijf in inrichting | |
alleenstaande ouder of alleenstaande | € 251,48 |
echtpaar | € 411,73 |