Het Besluit beslag vrije voet is onlangs geactualiseerd en in het Staatsblad gepubliceerd. Hierdoor is bij de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet de nadere regelgeving weer actueel.
Staatssecretaris Van ’t Wout van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het Besluit beslagvrije voet aangepast. Dit besluit moet helpen voorkomen dat werknemers met schulden te weinig geld overhouden voor hun eerste levensbehoeften. Het wijzigingsbesluit was nodig vanwege de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet die per 1 januari 2021 in werking moet treden. Onder andere de volgende onderdelen zijn gewijzigd:
Het besluit was eerder voor consultatie opengezet en zal in werking treden op 1 januari 2021.
Als een werknemer in de schulden komt, kan er een loonbeslag worden opgelegd. In dat geval moet zijn werkgever een deel van zijn loon rechtstreeks overmaken naar de gerechtsdeurwaarder of invorderingsambtenaar. De werknemer houdt altijd recht op een bedrag om te voorzien in zijn eerste levensbehoefte: de beslagvrije voet. Als die te laag wordt vastgesteld, kan hij niet betalen voor bijvoorbeeld zijn woning of eten. De in 2017 afgehamerde Wet vereenvoudiging beslagvrije voet moet dat gaan voorkomen door een eenduidige vaststelling van die beslagvrije voet. De wet moet per 1 januari 2021 in werking treden. De lagere regelgeving rond de beslagvrije voet wordt geregeld in besluiten, waaronder het geactualiseerde Besluit beslagvrije voet.
Meer leren over dit onderwerp? Volg ook de training Loonbeslag. |