Een werknemer van wie het dienstverband niet is beëindigd na twee jaar ziekte, kan als hij weer beter is terugkeer in zijn oude functie eisen. Maar wat gebeurt er als deze functie in de tussentijd is vervallen?
In een rechtszaak wilde een werknemer met een zogenoemd slapend dienstverband zijn oude functie weer terug. Volgens de werkgever was dit echter niet mogelijk omdat de functie van de werknemer was komen te vervallen. Wel bood hij aan om de werknemer op detacheringsbasis te laten werken bij een andere organisatie tegen hetzelfde loon. De werknemer accepteerde dit voorstel niet, omdat hij in dienst was bij de werkgever en daar zijn werkzaamheden wilde hervatten. Bovendien vond de werknemer de reistijd naar de werkgever waar hij gedetacheerd zou worden te lang. Hij stapte vervolgens naar de rechter om zijn oude functie en recht op loonbetaling op te eisen.
De rechter stelde vast dat de functie van de werknemer – zoals de werkgever had aangegeven – was komen te vervallen en dat er binnen de organisatie geen andere passende functie voor hem was. Gezien de extra reistijd was het voorstel dat de werkgever aan de werknemer had gedaan met betrekking tot de detachering niet redelijk. Dit veranderde toen de werkgever tijdens de zitting aanbood om de reistijd van de werknemer onder de werktijd te laten vallen. Dit maakte het aanbod voor de rechter redelijk, waardoor de werknemer dit moest accepteren. Hij moest aan de slag bij de andere organisatie en kreeg recht op loondoorbetaling (met terugwerkende kracht) vanaf het moment dat hij zich beschikbaar had gesteld voor werk.
Voor werkgevers is het belangrijk om te beseffen dat werknemers met een slapend dienstverband weer bij hen kunnen aankloppen als zij weer hersteld zijn. Zij hebben dan in principe recht op hun oude functie. Dit kan een risico zijn als de werkgever op dat moment iemand anders voor die functie heeft aangenomen. Een ander risico van een slapend dienstverband is dat de transitievergoeding in de tussentijd oploopt. Als de werkgever de werknemer uiteindelijk toch wil ontslaan, is hij dus een veel hogere transitievergoeding verschuldigd. Over dit hogere deel krijgt hij bovendien straks geen compensatie.
Kantonrechter Arnhem, 22 januari 2019, ECLI (verkort): 384