Na de verhoging van het minimumloon per 1 januari 2023, gaat de uitkering van een minimumloonverdiener die aanvullend geboorte- en betaald ouderschapsverlof opneemt, ook omhoog. Hoe hoog de minimumloonsverhoging wordt, maakt het kabinet bekend op Prinsjesdag.
Tijdens het aanvullende geboorteverlof en het betaald ouderschapsverlof bedraagt de UWV-uitkering 70% van het dagloon van de werknemer. UWV bepaalt het dagloon van de werknemer op de volgende wijze:
Er geldt een maximumdagloon. De uitkering van de werknemer is nooit hoger dan 70% van het maximumdagloon.
In antwoord op Kamervragen (pdf) geeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan in hoeverre de minimumloonsverhoging voor een hogere uitkering zorgt voor een minimumloonverdiener. Het antwoord hangt af van de manier waarop de minimumloonsverhoging wordt doorgevoerd. Voor een minimumloonverdiener die na 1 januari 2023 een loongerelateerde uitkering ontvangt, werkt een minimumloonsverhoging vertraagd door in het dagloon en daarmee ook in de uitkering. Die uitkering is immers gebaseerd op een referteperiode (deels) na 1 januari 2023. Als de referteperiode een langere periode in 2023 beslaat, werkt de verhoging meer door in het dagloon.
Als de verhoging van het minimumloon zal plaatsvinden op basis van een algemene maatregel van bestuur (AMvB), heeft dat als gevolg dat met de verhoging tal van uitkeringen automatisch meestijgen. In dat geval stijgen ook de lopende loongerelateerde uitkeringen mee, zoals die bij het aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof. Hoe de minimumloonsverhoging zal worden vormgegeven, zal blijken op Prinsjesdag.