Erfbelasting discrimineert tussen vermogens

20 augustus 2012 | Door redactie

Verwacht u een aanslag voor de erf- en schenkbelasting, dan doet u er goed aan hier bezwaar tegen te maken. Volgens de rechtbank in Breda maakt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOF) van de Successiewet onterecht onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen. Voor het erven of schenken van ondernemingsvermogen bestaat namelijk een grote vrijstelling, maar overig vermogen is altijd belast.

In de zaak ging het om een man die voormalig ondernemingsvermogen erfde. Hierop wilde hij de BOF toepassen, want onder voorwaarden is het mogelijk om over ondernemingsvermogen tot € 1.006.000 geen successierechten te voldoen. De inspecteur was het er niet mee eens dat de man de BOF toepaste, omdat het om privévermogen ging. De rechter oordeelde echter dat het onderscheid tussen het erven van overig vermogen en ondernemingsvermogen discriminatie is. Particulieren zouden volgens de rechter dezelfde vrijstelling mogen genieten als ondernemers. De rechter kende de man daarom de hoge vrijstelling toe voor het door hem geërfde overige vermogen.

Verruiming van de BOF in 2010

Het onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen is vergroot door de aanpassingen van de Successiewet in 2009 door toenmalig staatssecretaris De Jager van Financiën. Volgens de wet moet er bij de belasting van erfenissen gekeken worden naar de waarde en niet naar wat er geërfd wordt, maar hiervoor geldt een uitzondering als het gaat om ondernemingsvermogen. In 2010 is de BOF zelfs verruimd, wat leidde tot de vrijstelling van ruim € 1 miljoen. Voor het bedrag daarboven geldt een grondslag van 17% voor de belasting, oftewel een vrijstelling van 83%.

Gevolgen van bezwaar onbekend

De fiscus is inmiddels in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak, maar totdat het gerechtshof en mogelijk de Hoge Raad hebben geoordeeld, doet u er verstandig aan bezwaar te maken tegen een aanslag schenk- of erfbelasting voor overig vermogen. Verwijs in uw bezwaarschrift naar de uitspraak van de rechtbank in Breda. De precieze voorwaarden voor een vrijstelling voor overig vermogen zijn nog niet duidelijk. Ook de gevolgen voor de schenkbelasting zijn nog onbekend. 
Rechtbank Breda, 13 juli 2012, LJN: BX3386