Het verschil: verzuimboete en vergrijpboete

20 juli 2018 | Door redactie

De Belastingdienst heeft een aantal mogelijkheden om belastingplichtigen te straffen als zij niet voldoen aan bepaalde belastingverplichtingen. Een van die mogelijkheden is dat er boetes worden opgelegd. Er zijn twee soorten boetes op te leggen.

De Belastingdienst kan een belastingplichtige een boete opleggen als zij niet voldoen aan bepaalde belastingverplichtingen. Het gaat dan om de volgende verplichtingen van de belastingplichtige:

  • niet (of niet op tijd) om de toezending van een aangifte heeft verzocht;
  • zijn aangifte niet (of niet op tijd) heeft ingediend;
  • de aangifte onjuist of onvolledig heeft ingevuld.

De inspecteur kan twee soorten boetes opleggen: de verzuimboete en de vergrijpboete. Als een belastingplichtige zijn aangifte niet doet te doen of deze te laat indient, krijgt hij een verzuimboete. Maar als er sprake is van opzet, legt de fiscus een vergrijpboete op.

Verzuimboete bij  niet op tijd indienen

Een belastingplichtige kan een verzuimboete krijgen als hij niet op tijd om toezending van een aangiftebiljet heeft gevraagd. Dit ‘niet op tijd ’wil zeggen dat er niet binnen zes maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan om een aangifte is verzocht. Voor de erfbelasting geldt dit binnen acht maanden na het overlijden en voor de schenkbelasting binnen twee maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden.
Als een aangifte niet of niet op tijd is gedaan kan ook een verzuimboete worden opgelegd. De hoogte van de verzuimboete is:

  • € 2.639 als een belastingplichtige niet op tijd om toezending van een aangiftebiljet vraagt;
  • € 369 als niet (of niet op tijd) aangifte wordt gedaan voor de inkomstenbelasting, erfbelasting en schenkbelasting. Deze boete kan oplopen tot € 5.278 als u vaker verzuimt. Voor de vennootschapsbelasting is de boete € 2.639. Deze boete loopt ook weer op tot € 5.278 als meerdere jaren achter elkaar verzuimd wordt.

Vergrijpboete bij opzet

Doet een belastingplichtige opzettelijk geen aangifte of opzettelijk onjuist of onvolledig aangifte, dan kan de fiscus hem een vergrijpboete opleggen. Deze opzet moet inspecteur kunnen bewijzen. Bij opzet bedraagt de boete 50% van de belasting die opzettelijk is verzwegen. Bij grove schuld is dat 25%. Is opzettelijk box 3- inkomen verzwegen dan is de boete 150% van de belasting die is verzwegen. Bij grove schuld is dat 75%. De boete kan afhankelijk van de omstandigheden verhoogd of verlaagd worden.
Tegen beide voorgenoemde boetes kan bezwaar worden ingediend.

VERZUIMBOETE: deze boete wordt opgelegd als een belastingplichtige niet op tijd om toezending van een aangiftebiljet heeft gevraagd of als de aangifte niet of niet op tijd is gedaan.

VERGRIJPBOETE: met deze boete krijgt een belastingplichtige te maken als hij opzettelijk geen aangifte of opzettelijk onjuist of onvolledig aangifte heeft gedaan.

Meer informatie over fiscale controles en sancties vindt u in de toolbox Zo gaat u om met controles van de Belastingdienst.