Onthouden van instemming is soms onredelijk

10 januari 2014 | Door redactie

Als de bestuurder uw OR een instemmingsverzoek voorlegt, kan uw OR besluiten om niet in te stemmen met het voorstel. Maar daarmee is de kous nog niet af. De bestuurder kan namelijk naar de kantonrechter stappen en hem om vervangende toestemming vragen. In een recente rechtszaak besloot de bestuurder van deze mogelijkheid gebruik te maken toen hij geen instemming kreeg voor het afschaffen van de stoelmassages in de organisatie.

De GOR (groepsondernemingsraad) en de bestuurder waren het erover eens dat bezuinigingen binnen de organisatie niet te voorkomen waren. Daarom wilde de bestuurder de stoelmassages voor de werknemers afschaffen. Hiermee zou een besparing van € 210.000 mogelijk zijn. Hij legde zijn voorgenomen besluit aan de GOR voor, maar die weigerde om zijn instemming te geven.

Onderzoek naar effect van stoelmassage op verzuim

De stoelmassage was in 2006 ingevoerd, omdat er toen extra budgettaire ruimte was vrijgekomen. De toegezegde evaluatie van de stoelmassage was echter nog niet geweest. Ook vond de GOR dat het niet vaststond of de afschaffing van de stoelmassages echt een kostenbesparing opleverde. Het effect van de stoelmassages op het verzuim was namelijk nog niet onderzocht. De rechter was echter van mening dat de GOR niet van de bestuurder kon eisen dat hij onderzoek naar de stoelmassage zou instellen.

Bestuurder kreeg vervangende toestemming

Uit een enquête van de GOR bleek wel dat werknemers de stoelmassage prettig vonden, maar daarmee was niet aangetoond dat de massage een positief effect had op de werkprestaties en het ziekteverzuim. De OR had de bestuurder bovendien niet tegengesproken toen hij stelde dat (wetenschappelijk) bewijs voor een gunstig effect ontbrak. Ten slotte was de GOR voldoende op de hoogte van de bezuinigingen die moesten plaatsvinden. De kantonrechter oordeelde dat de GOR onredelijk had gehandeld door zijn instemming aan dit voorgenomen besluit te onthouden en hij gaf de bestuurder vervangende toestemming om de stoelmassages af te schaffen.
Kantonrechter Den Haag, 28 oktober 2013, ECLI (verkort): 17603