Zorg bij demotie voor redelijke afbouwregeling

24 april 2014 | Door redactie

Als u een werknemer naar een lagere functie zet, komt dit vaak hard aan. Zorg daarom bij demotie voor een redelijke afbouwregeling. U voorkomt hiermee niet alleen een hoop ergernis bij de werknemer, maar ook juridische trammelant. Onlangs oordeelde het gerechtshof van 's-Hertogenbosch dat een werkgever bij demotie het salaris te snel afbouwde.

In de zaak presteerde een werknemer gedurende een langere periode ondermaats. Hij had promotie gemaakt, maar kon de stap hogerop niet aan. Zijn werkgever had hem hier meerdere keren schriftelijk op geattendeerd. Toen verbetering uitbleef, besloot de werkgever over te gaan op demotie. De werknemer accepteerde dit onder uitdrukkelijk protest, maar met de afbouwregeling van zijn salaris ging hij niet akkoord. Hij zou in de eerste zes maanden van zijn nieuwe functie zijn salaris afbouwen van € 3.900 naar € 3.750, om in de zes maanden daarna verder terug te lopen tot € 3.200.

Werkgever heeft recht demotie toe te passen

De werknemer besloot in een kort geding een wedertewerkstelling van zijn eigen of vergelijkbare functie te vorderen, met behoud van zijn oude salaris. De kantonrechter stelde de werknemer echter in het ongelijk. In zijn contract stond dat de werkgever te allen tijde het recht had de functie-inhoud te wijzigen of uit te breiden. De werkgever was coöperatief en had zich voldoende ingezet voor de afbouwregeling. Na deze uitspraak legde de werknemer de zaak voor aan het gerechtshof.

Stapsgewijze afbouwregeling bij demotie

Het hof beoordeelde de demotie als redelijk, maar de afbouwregeling niet. De werknemer had zich ook niet tegen de functiewijziging verzet, maar wel tegen zijn salarisverlaging. Het hof vond dat het salaris te snel werd afgebouwd en besloot dat de werkgever een jaar lang € 3.450 per maand aan de werknemer moest betalen voordat hij zijn nieuwe salaris zou ontvangen. Aan de demotie veranderde het hof niets. De werkgever had mogelijk minder sterk gestaan als de werknemer zich in een eerder stadium meer had verzet.
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 18 maart 2014, ECLI (verkort): 773