Ook transitievergoeding bij schuld onderneming

7 augustus 2015 | Door redactie

Uw onderneming betaalt een transitievergoeding aan werknemers die na minimaal twee jaar onvrijwillig vertrekken. Hiervan is ook sprake als de werknemer zelf vertrekt, maar dit doet vanwege verwijtbaar handelen of nalatigheid van uw onderneming.

Elke werknemer die minstens twee jaar voor uw onderneming heeft gewerkt en gedwongen vertrekt, heeft recht op een transitievergoeding. In veruit de meeste gevallen zal de dienstbetrekking eindigen omdat u de (tijdelijke) arbeidsovereenkomst beëindigt of niet verlengt. Maar het is ook mogelijk dat de werknemer zich zelf gedwongen voelt om zijn contract op te zeggen of een aanbod voor een contractverlenging te weigeren.

Nalatigheid of verwijtbaar handelen

Normaal gesproken is een transitievergoeding niet aan de orde als het initiatief voor het beëindigen van de samenwerking bij de werknemer ligt, maar dat is anders als er nalatigheid of verwijtbaar handelen door uw onderneming in het spel is. In dat geval bent u toch de wettelijke transitievergoeding verschuldigd.
U kunt in zo’n geval ook een beëindigingsovereenkomst met de werknemer sluiten. In dat geval is er geen wettelijk recht op een transitievergoeding. De werknemer zal waarschijnlijk niet met de overeenkomst instemmen als u hem geen vergoeding biedt, maar u kunt de hoogte van de vergoeding dan wel zelf – in overleg met de werknemer – bepalen.