Aangifte IB per 2017 alleen nog maar digitaal

21 september 2015 | Door redactie

Moet u per 2017 als particulier een aangifte inkomstenbelasting indienen, dan kan dat alleen nog maar digitaal. Dit is het gevolg van het wetsvoorstel Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst.

U kunt de aangifte inkomstenbelasting op dit moment digitaal en op papier indienen. De Belastingdienst wil de komende jaren steeds meer digitaal gaan communiceren. Het wetsvoorstel Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst moet dit gaan regelen. Recent heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën in een memorie van antwoord aangegeven dat particulieren de aangifte inkomstenbelasting per 2017 alleen nog maar digitaal kunnen indienen. De voorlopige en definitieve aanslagen inkomstenbelasting ontvangt u dan ook alleen nog digitaal.

Gewenningsperiode van een jaar

De Belastingdienst zal bij de overstap naar digitaal communiceren gebruikmaken van een zogenoemd ingroeimodel. Dit houdt in dat de fiscus gedurende een periode van een jaar zowel berichten per post als via de (elektronische) Berichtenbox zal versturen. Dit geldt bijvoorbeeld al voor de voorschotbeschikkingen van de toeslagen. U ontvangt deze sinds november 2013 zowel digitaal als per post. Per 2015 is die gewenningsperiode voorbij en ontvangt u deze beschikkingen alleen nog digitaal. De uitnodiging tot het doen van aangiften en de definitieve toekenningsbeschikkingen voor de toeslagen volgen per 2016.

Vijf uit te zonderen groepen

In de memorie van antwoord geeft de staatssecretaris aan dat er vijf uit te zonderen groepen komen: mensen met een woonadres in het buitenland, nabestaanden van overledenen, kinderen onder de 14 jaar, wettelijke vertegenwoordigingsgevallen (zoals curatele en bewind) en mensen met een diplomatieke status die fiscale privileges genieten. Deze groepen zijn dus uitgezonderd van het elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst.
De Tweede Kamer heeft al ingestemd met het wetsvoorstel Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Het wetsvoorstel ligt nu ter beoordeling bij de Eerste Kamer.