Hervorming box 3 kostbaar voor vermogenden

22 september 2015 | Door redactie

Het kabinet heeft op Prinsjesdag een alternatieve vorm van belastingheffing in box 3 gepresenteerd. Uit de plannen blijkt dat u al bij een vermogen boven de € 75.000 meer gaat betalen. Kleine spaarders worden ontzien. Het fictieve rendement van 4% wordt definitief losgelaten.

Met het nieuwe stelsel voor het vermogen uit sparen en beleggen (box 3) wil het kabinet meer aansluiten bij het werkelijke rendement. Er komen in het nieuwe stelsel drie schijven (nu is dat er één). De eerste schijf beslaat de eerste € 75.000 boven het heffingvrije vermogen. De Belastingdienst stelt het rendement voor deze schijf jaarlijks vast op basis van het gemiddelde van de rentestanden in de voorgaande vijf jaren. In 2017 komt dat fictieve rendement uit op circa 2,9%.

Aandelenkoersen wegen mee bij heffing

Voor de tweede schijf  gaat er een fictief rendement van circa 4,7% gelden voor vermogens van € 75.000 tot € 975.000 (boven het heffingvrije vermogen). Bij dit rendement houdt de Belastingdienst niet alleen rekening met de rentestanden, maar ook met de behaalde rendementen op een representatief aandelenpakket. Vermogens boven de € 975.000 (boven het heffingvrije vermogen) krijgen te maken met een fictief rendement van 5,5%.

Iets groter vrijgesteld vermogen

Daarnaast verhoogt het kabinet het heffingvrije vermogen van € 21.330 (in 2015) naar € 25.000 per persoon per 2017. Tot aan dat bedrag geldt dus een vrijstelling voor box 3. Partners mogen dit heffingvrije vermogen verdubbelen en betalen dus over de eerste € 50.000 geen belasting over hun vermogen.