COR buiten spel bij wanbeleid zorgbedrijf

11 november 2015 | Door redactie

Via de Ondernemingskamer kan onderzoek worden ingesteld naar wanbeleid binnen een organisatie. Onlangs bleek uit een uitspraak van de Ondernemingskamer dat er sprake was van wanbeleid binnen zorgbedrijf Meavita. Had de (Centrale) OR nog invloed tijdens deze periode?

Vakbond Abvakabo FNV had een verzoek bij de Ondernemingskamer (OK) ingediend om te onderzoeken of er sprake was van wanbeleid bij Meavita. Het zorgbedrijf was ontstaan uit een fusie van vier thuiszorgorganisaties, maar ging na twee jaar al failliet. Er bleef een flinke schuld openstaan en ex-werknemers liepen ontslagvergoedingen mis en ook vergoedingen voor opgebouwde vakantiedagen, onkosten en overwerk.

Achterhouden van informatie

Bij de Ondernemingskamer bleek dat de fusie niet goed was uitgewerkt. De raden van toezicht hadden geen procedures opgesteld voor het aanstellen van nieuwe bestuurders voor de gefuseerde organisatie en ook vonden er niet altijd beoordelingsgesprekken plaats met de bestuurders. Verder werd er informatie achtergehouden door de commissarissen. Meavita bevond zich wel in een lastige periode vanwege de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).

COR bood weerstand aan reorganisatie

Volgens de bestuurders kwam de reorganisatie die vanwege de WMO nodig was niet snel van de grond, omdat de COR veel weerstand bood vanwege de flinke schaalverlaging voor de werknemers. De OK vond echter dat het bestuur eerder in actie had moeten komen. Ook werd er geïnvesteerd in risicovolle projecten. Bij zo’n project had de COR in bepaalde fasen geen adviesaanvraag (tool) ontvangen over grote investeringen en ook de cliëntenraad was niets gevraagd. Toen de COR uiteindelijk bij het project werd betrokken, adviseerde hij negatief, maar het bestuur zette toch door met de uitrol van het project.

Procedurekosten voor oud-bestuurders

De OK oordeelde uiteindelijk dat de vroegere top bij Meavita zich schuldig had gemaakt aan wanbeleid. De procedurekosten kwamen voor rekening van enkele oud-bestuurders. Later zal blijken of de oud-bestuurders ook aansprakelijk worden gesteld voor de schade van het faillissement.
Ondernemingskamer Amsterdam, 2 november 2015, ECLI (verkort): 4454