Geen ZW-uitkering door wederzijds goedvinden

9 februari 2016 | Door redactie

Een werknemer die tijdens de eerste twee ziektejaren instemt met een beëindigingsovereenkomst, kan zijn recht op een uitkering op basis van de Ziektewet(ZW) verliezen. De werkgever moet de werknemer hierover informeren voordat hij de overeenkomst ondertekent. Dit blijkt uit een uitspraak van de kantonrechter in Zwolle.

In de zaak wilde een werkgever vanwege bedrijfseconomische redenen het dienstverband van een zieke werknemer in de loop van het tweede ziektejaar beëindigen. De werkgever verstuurde een algemene brief naar alle werknemers waarin stond dat de voorkeur ernaar uitging om een beëindigingsovereenkomst (tool) te sluiten en dat de werknemers na het tekenen van de overeenkomst recht zouden houden op een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW). Hij verzuimde in deze brief echter aan te geven dat zieke werknemers door het tekenen van de overeenkomst het risico liepen om het recht op een ZW-uitkering te verliezen.  

Werkgever had moeten informeren over verlies ZW-uitkering

De werkneemster tekende de beëindigingsovereenkomst en kwam er vervolgens achter dat UWV haar geen ZW-uitkering toekende, omdat zij met het tekenen van de overeenkomst een zogenoemde benadelingshandeling had gepleegd. Ze stapte naar de rechter om met terugwerkende kracht loondoorbetaling te vorderen tot de laatste dag van de twee ziektejaren. De rechter stelde de werkneemster in het gelijk. De werkgever had de werkneemster voor het ondertekenen van de beëindigingsovereenkomst moeten informeren over de mogelijke gevolgen van het instemmen met het ontslag en dus ook over het risico om het recht op een ZW-uitkering te verliezen. Aangezien de werkgever dit niet had gedaan, werd de beëindigingsovereenkomst vernietigd en bleef de werkneemster recht houden op loondoorbetaling.
Kantonrechter Zwolle, 23 december 2015, ECLI (verkort): 5771