Niet aansprakelijk als bank geld achterhoudt?

21 april 2016 | Door redactie

Volgens de advocaat-generaal is een bestuurder van een bv niet aansprakelijk voor een oplopende belastingschuld als de bank alle inkomsten meteen verrekend met de schuld aan de bank. De bestuurder moet dan wel aantonen dit niet tegen te kunnen houden.

In die zaak voor de Hoge Raad was een directeur-grootaandeelhouder (dga) als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor een belastingschuld van één failliete bv. De bestuurder stelde echter dat hij de loonheffingen niet kon betalen door het handelen van de bank. Op het moment dat hij een betaling ontving, verrekende de bank dit direct met een schuld die de bestuurder nog had bij de bank. Het gerechtshof stelde echter dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur omdat het bankkrediet wel werd afgelost maar de belastingschuld niet. De advocaat-generaal (AG) was het hier echter niet mee eens.

Geen macht over handelingen van de bank

Volgens de AG was het gerechtshof te makkelijk voorbij gegaan aan de stelling van de bestuurder dat hij de werkwijze van de bank niet kon tegenhouden. Als vast komt te staan dat hij als bestuurder de verrekening niet had kunnen stoppen, kan hem ook niet verweten worden dat hij het bankkrediet gedwongen afloste maar de belastingen niet betaalde. De AG adviseerde de Hoge Raad dan ook te oordelen om de zaak te verwijzen (tool). Het is nu aan de Hoge Raad om dit advies mee te nemen in haar verdere besluitvorming.
Parket bij de Hoge Raad, 31 maart 2016, ECLI (verkort): 204