Maar liefst 70% van alle Nederlandse ondernemingen zijn familiebedrijven. Bij de meeste familiebedrijven werken niet meer dan 50 werknemers. Dat blijkt uit het eerste onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar familiebedrijven in Nederland.
Er blijken slechts 365 familiebedrijven te zijn met meer 250 werknemers. Dat is 13% van alle ondernemingen in deze categorie. Ook heeft het CBS de cijfers uitgesplitst naar sector en per locatie. Zo blijkt dat 94% van alle ondernemingen in de landbouw, bosbouw en visserij familiebedrijven zijn. De gemeente Ouder-Amstel scoort het slechtst: maar 24% van de ondernemingen in die gemeente zijn familiebedrijven. Het contrast met de gemeenten Korendijk (in Zuid-Holland) en Bergen (Noord-Holland) kan niet groter zijn. Daar maken familiebedrijven respectievelijk 94% en 93% uit van het aantal geregistreerde ondernemingen. U vindt alle cijfers hier.
Het CBS heeft dit onderzoek uitgevoerd met een subsidie van de Europese Commissie (EC). Het EC wil hiermee het belang van familiebedrijven voor de economie benadrukken en verder onderzoeken. Familiebedrijven zijn goed voor de werkgelegenheid. Bovendien ligt het ziekteverzuim bij familiebedrijven relatief laag. Eerder kondigde de Erasmus Universiteit Rotterdam aan wetenschappelijk onderzoek te willen doen naar familiebedrijven. Onder familiebedrijf verstaat het CBS alle ondernemingen waarbij één familie direct of indirect een meerderheid van de zeggenschap heeft. Ook moet minimaal één familielid formeel bestuurder zijn.