Werknemers monitoren via social media in strijd met privacy?

18 juli 2017 | Door redactie

Werkgevers moeten terughoudend zijn bij het volgen van werknemers of sollicitanten op social media. Dit benadrukken de Europese privacytoezichthouders in een rapport dat zij onlangs hebben opgesteld.

In de opinie ‘Data processing at work’ beschrijven de Europese privacytoezichthouders – waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens – hoe werkgevers kunnen omgaan met ‘nieuwe’ technologieën zonder de privacy van werknemers of sollicitanten te schenden. Denk aan de beveiliging van internetverkeer, het gebruik van wearables en het monitoren van (toekomstige) werknemers via social media. Volgens de opinie is het monitoren van werknemers of sollicitanten via social media alleen toegestaan als:

  • dit noodzakelijk is (bijvoorbeeld in verband met specifieke functie-eisen);
  • het doel (informatie inwinnen over de werknemer of sollicitant) niet op een andere manier kan worden bereikt waardoor de werkgever minder inbreuk maakt op de privacy;
  • de bewerking proportioneel is (in verhouding met het doel dat hiermee wordt bereikt).

Zo kan een werkgever bijvoorbeeld een legitieme reden hebben om het LinkedIn-profiel van ex-werknemers te bekijken als hij wil controleren of zij zich aan hun concurrentiebeding houden. Zij moeten dan wel geïnformeerd zijn over de mogelijkheid dat de (ex-)werkgever deze openbare gegevens kan gebruiken.

Overtreden privacyregels in dit geval lastig te controleren

Dat het monitoren van werknemers of sollicitanten via social media in strijd kan zijn met de privacyregels (tools) is overigens niet nieuw. De Autoriteit Persoonsgegevens hanteert deze regels al een aantal jaar. In de praktijk is het echter lastig te controleren of werkgevers zich daadwerkelijk aan deze regels houden.