Niet iedere werknemer binnen een organisatie mag zomaar zijn handtekening zetten onder een overeenkomst. Een foutje zit immers in een klein hoekje en een organisatie zal een financiële strop graag willen voorkomen. Wie bij een organisatie tekenbevoegd is, blijkt daarom uit de inschrijving in het Handelsregister.
Lange tijd was het uitgangspunt in de rechtspraak dat een organisatie alleen maar gebonden was aan overeenkomsten als de andere partij zich kon baseren op uw verklaringen of gedragingen. De organisatie kon alleen maar gebonden worden door toedoen van het bestuur of de directie. Als de directeur bij wijze van spreken goedkeurend zat te knikken naast een werknemer die de overeenkomst sloot, zat zijn organisatie eraan vast.
Vanaf 2010 werd daar anders tegenaan gekeken. De Hoge Raad oordeelde toen dat de schijn van volmachtverlening ook kon bestaan als die schijn werd afgeleid uit feiten en omstandigheden die voor het risico van de vertegenwoordigde komen. Ook als de directie of het bestuur er zelf helemaal niet bij betrokken was, kon de schijn van volmachtverlening de organisatie onder omstandigheden aangerekend worden. Begin dit jaar heeft de Hoge Raad die benadering echter weer genuanceerd. De regel is nu dat de schijn van volmachtverlening niet voor risico van de organisatie komt in gevallen waarin het gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op de verklaringen of gedragingen van iemand anders.
Om risico’s uit te sluiten, doen partijen die zakendoen met een organisatie er daarom altijd goed aan een uittreksel van het Handelsregister te vragen, zodat zij kunnen zien of de werknemer met wie ze namens de organisatie de overeenkomst sluiten wel tekenbevoegd is. De kosten hiervoor bedragen bij de Kamer van Koophandel (tool) € 2,65.
Meer over de addertjes onder het gras bij tekenbevoegdheid (tool), leest u in het augustusnummer van BV Rendement. Nog geen abonnement? Vraag dan nu een proefabonnement aan!