Bestuurder niet aansprakelijk voor fout vinkje in aangifte

22 augustus 2017 | Door redactie

Een bestuurder kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor een belastingschuld als hij niet in de gaten houdt of zijn organisatie netjes belasting betaalt. Maar checken of een administratief medewerker een vinkje heeft aangezet in het financiële systeem hoort niet bij die controle, zo heeft het gerechtshof in Den Bosch bepaald.

In deze zaak had een bv te weinig BTW (tools) afgedragen en kreeg daarvoor een naheffingsaanslag van dik een ton voor de kiezen. Toen de betaling uitbleef, stelde de inspecteur de bestuurder aansprakelijk voor die naheffing. Volgens de fiscus was er opzet of grove schuld in het spel. De bestuurder vocht de aansprakelijkheid aan voor de rechter.

Onderneming trekt ten onrechte BTW af

Dat de bv te weinig BTW had afgedragen, was te wijten aan het administratiesysteem. Ergens in 2007 was er in dat computerprogramma ‘een vinkje’ aangezet. Met grote gevolgen: bij inkopen van de bv waar helemaal geen BTW voor was berekend, had de onderneming toch BTW afgetrokken. Daardoor was er een trendbreuk ontstaan in de BTW-afdracht, aldus de inspecteur: na 2007 was er veel minder BTW afgedragen dan daarvoor. De bestuurder had dat moeten signaleren en moeten controleren of dat te maken had met het werk van de administratief medewerker die hij in 2007 had aangenomen.
Maar hoe dat vinkje daar kwam, was niet meer te achterhalen, concludeerde het gerechtshof. Ook speelt mee dat de bestuurder juist iemand had aangetrokken omdat hij zelf niet zo thuis was in financiële administratie. Bovendien was er niet zo’n duidelijke trendbreuk, vond het hof, omdat de bv pas in 2005 was opgericht en er dus nog geen lange historie was aan BTW-aangiften.

Geen kennelijk onbehoorlijk bestuur

Al met al ging de ‘toezichthoudende en controlerende taak’ van de bestuurder niet zo ver dat hij bij elke handeling van de medewerkster over de schouder moest meekijken om te zien of alles goed ging. Hij had het vermaledijde vinkje dus niet hoeven opmerken, aldus het hof.
Ook het beroep op kennelijk onbehoorlijk bestuur (tool) van de inspecteur veegde de rechter van tafel. Om dat aan te tonen moest het zo zijn dat geen andere redelijk denkende bestuurder hetzelfde gedaan zou hebben. Maar daarvan was hier niet echt sprake: de onjuiste aangifte kwam door een fout in het systeem, die de bestuurder bovendien niet had hoeven opmerken vanuit zijn toezichthoudende taak. Het hof haalde dus een streep door de aansprakelijkheidstelling.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 15 juni 2017, ECLI (verkort): 2757