Het aantal meldingen van beroepsziekten aan het houdings- en bewegingsapparaat is in de afgelopen vijf jaar gedaald met 18%. Toch blijft dit één van de meest voorkomende beroepsziekten. Dat blijkt uit de Kerncijfers 2017.
In 2016 maakten bedrijfsartsen 6270 meldingen van beroepsziekten, waarvan 1791 aan het houdings- en bewegingsapparaat. Ondanks dat dit aantal met 18% is gedaald in de afgelopen vijf jaar, is het nog steeds één van de meest voorkomende beroepsziekten. Dit blijkt uit de Kerncijfers 2017 (pdf) van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). Het gaat bij beroepsziekten aan het houdings- en bewegingsapparaat om aandoeningen aan de bovenste ledematen (schouder, arm, elleboog, pols, hand en nek), de rug en de onderste ledematen (heup, benen, knieën, enkel, voet).
Repetitive Strain Injury (RSI) (tool) is met 20% de meest voorkomende beroepsziekte aan het houdings- en bewegingsapparaat, gevolgd door een tenniselleboog (12%) en aspecifieke lage rugpijn (10%). Meldingen komen vooral uit de bouw, landbouw, bosbouw en visserij, industrie en vervoer en opslag. Werknemers lopen risico van een beroepsziekte aan het houdings- en bewegingsapparaat door onder andere de volgende bewegingen uit te voeren:
Bedrijfsartsen en Arbodiensten zijn volgens artikel 9 van de Arbowet verplicht om beroepsziekten te melden (tool) bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). Het NCvB publiceert jaarlijks cijfers over beroepsziekten. Daaruit blijkt niet alleen welke beroepsziekten zijn gemeld, maar ook in welke beroepsgroepen ze voorkomen. Arboprofessionals kunnen de Kerncijfers 2017 (pdf) van het NCvB gebruiken om hun risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) aan te passen.