De formatiepartijen willen dat de pensioenpremie straks leeftijdsonafhankelijk wordt voor iedereen. Werkgevers hoeven dus niet voor oudere werknemers een hogere premie te betalen dan voor hun jongere collega's, zoals nu bij beschikbarepremieregelingen vaak het geval is.
In het nieuwe pensioenstelsel wordt een leeftijdsonafhankelijke premie verplicht voor alle regelingen. Nu is het vooral bij beschikbarepremieregelingen nog vaak zo dat werkgevers voor oudere werknemers een hogere premie betalen dan voor hun jongere collega’s. Als het aan de formatiepartijen ligt, komt daar een einde aan. Dat blijkt uit het regeerakkoord 2017 (tool). De pensioenpremie wordt dan dus voor elke deelnemer gelijk. Die gelijkheid wil niet zeggen dat het gaat om hetzelfde bedrag aan premie, maar wel om hetzelfde percentage van het loon of de pensioengrondslag.
Door de invoering van het persoonlijk pensioenvermogen wordt de premie die de deelnemer en zijn werkgever betalen gebruikt voor de opbouw van een persoonlijke pensioenpot. Voor de werknemer is daardoor inzichtelijker hoeveel vermogen hij heeft opgebouwd. Dat is onder het huidige pensioenstelsel voor veel deelnemers onduidelijk.