Boete voor fiscale misser van dga terecht

23 oktober 2017 | Door redactie

Een directeur-grootaandeelhouder die er verantwoordelijk voor is dat een onderneming te weinig BTW afdraagt, kan een boete krijgen. Dat de onderneming zelf ook al een boete heeft gekregen, is niet dubbelop, oordeelde de Haagse rechtbank onlangs.

In deze zaak draaide het om een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bureau dat ondernemingen in de zorg adviseerde over declaraties. De dga verzorgde de administratie en de BTW-aangifte.
Begin april 2015 kondigde de inspecteur een boekenonderzoek aan naar de BTW-aangifte van de onderneming over het jaar 2012. En eind april diende de dga nog voor de jaren 2010 tot en met 2012 een suppletie-aangifte (tool) in voor de BTW. De onderneming had namelijk in die jaren te weinig BTW afgedragen.

Vergrijpboetes voor onderneming én dga

De inspecteur was niet te spreken over de gang van zaken en legde de bv een vergrijpboete op van € 5.000. Plus naheffingsaanslagen (tool) voor de BTW. Daarnaast legde hij aan de dga zelf ook nog een bestuurlijke boete op van € 5.000. Want die had niet uit eigen beweging de suppletie-aangiftes ingediend. En dat had bovendien al eerder gemoeten, meteen toen de dga had geconstateerd dat er te weinig BTW was afgedragen.

Rechtbank keurt dubbele boete goed

De rechtbank in Den Haag keurde het opleggen van meerdere boetes goed. De dga had niet eerder een suppletie-aangifte gedaan, terwijl zij wist dat er te weinig BTW was voldaan. Daarmee had zij feitelijk leidinggegeven aan de ‘beboetbare gedragingen’ van de onderneming en mocht zij dus ook beboet worden. De klacht dat de dga daarmee een dubbele boete kreeg, veegde de rechtbank van tafel. De ene boete was immers voor de bv, en de andere boete voor de bestuurder die er verantwoordelijk voor was dat er te weinig BTW was afgedragen. Wel vond de rechtbank gezien alle omstandigheden van de zaak een boete van € 1.000 voor de dga genoeg.
Rechtbank Den Haag, 13 oktober 2017, ECLI (verkort): 10715