Uitspraak is uitspraak, ook al is die ondeugdelijk

24 oktober 2017 | Door redactie

Een inspecteur die te lang treuzelt met een uitspraak op bezwaar, kan een dwangsom aan de broek krijgen. Maar wat nu als er wél een uitspraak op bezwaar is, maar die niet voldoende gemotiveerd is? Dan kan de rechter de dwangsom van tafel halen, zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda.

In deze zaak waren twee ondernemers naar de rechter gestapt. Zij hadden in maatschapsverband een vennootschap onder firma (vof) en een bv. In 2015 kregen de partners een navorderingsaanslag voor de inkomstenbelasting voor de kiezen, plus een naheffingsaanslag BTW (tool) voor de bv.
Zij gingen tegen die aanslagen in bezwaar (tool), maar de afhandeling daarvan nam nogal veel tijd in beslag. Om de boel te bespoedigen, stelden zij de inspecteur in gebreke en gingen vervolgens in beroep bij de rechtbank (tool) vanwege een niet-tijdige beslissing op bezwaar. De rechtbank kende het beroep toe en legde een dwangsom op.

Uitspraak op bezwaar zonder ondernemers te horen

Uiteindelijk had de inspecteur wel voorgenomen uitspraken op bezwaar gestuurd, en daarbij ook meteen de vraag gesteld of de partners nog gehoord wilden worden. Dat wilden zij inderdaad. Maar een maand later stuurde de inspecteur al twee documenten waarin hij de navorderingsaanslagen verlaagde, zonder de partners verder nog te horen. Op die documenten stond ‘uitspraak op bezwaar’ vermeld, plus de nummers van de navorderingsaanslagen.
Volgens de ondernemers waren dit alleen maar ‘fictieve uitspraken op bezwaar’. Nergens bleek namelijk uit dat de inspecteur de bezwaarschriften daadwerkelijk had beoordeeld, en hij was bovendien niet ingegaan op alle pijnpunten. In die zin was er dus eigenlijk nooit een uitspraak op bezwaar gedaan, aldus de ondernemers.

Ondeugdelijke uitspraak is ook een uitspraak

De rechter zag dat echter anders. De documenten waren onmiskenbaar een uitspraak op bezwaar, aldus de rechtbank. Dat de inspecteur niet op alle pijnpunten in was gegaan, deed daar niets aan af. Wel kon de uitspraak daardoor onvoldoende gemotiveerd zijn, en dus ondeugdelijk. Maar ‘ook een ondeugdelijke uitspraak op bezwaar is een uitspraak op bezwaar’.
Dat neemt niet weg dat de ondernemers ten onrechte niet zijn gehoord in de procedure. Bovendien was de inspecteur onvoldoende ingegaan op de bezwaren van de ondernemers. De rechtbank gaf de inspecteur daarom 12 weken de tijd om de partners alsnog te horen en zijn uitspraak beter te motiveren. De rechtbank hield verder iedere beslissing aan, en daarmee was voorlopig ook de eerder opgelegde dwangsom van tafel.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20 september 2017, ECLI (verkort): 5974