Werkende moeders hebben het recht om de eerste negen maanden na de bevalling maximaal een kwart van hun werktijd te besteden aan kolven. De werkgever moet daarvoor een goede kolfruimte beschikbaar stellen.
Werkneemsters hebben wettelijk het recht om in de eerste negen maanden na de bevalling 25% van hun werktijd besteden aan kolven of geven van borstvoeding. Zij doen dat in overleg met hun werkgever. Dat is vastgelegd in artikel 4:8 van de Arbeidstijdenwet. De werkgever moet volgens Arbobesluit artikel 3.48 een ruimte beschikbaar stellen voor kolven of voeden. Dit mag niet zomaar een willekeurige ruimte zijn; een kolfruimte moet voldoen aan wettelijke eisen. Als de werkgever geen goede ruimte beschikbaar kan stellen, mag de werkneemster zelf een kolfruimte regelen of onder werktijd naar de baby toegaan om deze te voeden.
Een goede kolfruimte moet voldoen aan de volgende eisen:
In veel Nederlandse organisaties is geen goede kolfruimte aanwezig, blijkt uit onderzoek van Ouders van Nu onder 1200 vrouwen. 78% van de ondervraagden had op kantoor gekolfd, bij 67% hiervan voldeed de ruimte waarin zij kolfden niet aan de wettelijke eisen. Werkneemsters kolfden bij gebrek aan een goede ruimte in de auto, een leegstaand kantoor of vergaderruimte, de serverkast of het kopieerhok, een opslaghok of archiefruimte, de eigen werkplek of het (invaliden)toilet.