Plannen voor minder snelle stijging AOW-leeftijd

1 juni 2018 | Door redactie

Deze week kwamen plannen van de sociale partners voor het nieuwe pensioenstelsel naar buiten. Ze willen onder meer de AOW-leeftijd minder snel laten stijgen en géén persoonlijke pensioenpotjes.

De Telegraaf berichtte deze week over een conceptpensioenakkoord tussen vakbond FNV en ondernemingsorganisatie VNO-NCW. Dit akkoord zou de basis moeten vormen voor een hervorming van het pensioenstelsel. VNO-NCW en FNV weerspreken echter dat er een akkoord is gesloten. Daarvoor zouden zij ook eerst hun leden moeten raadplegen. De werkgeversverenigingen en vakbonden zijn nog met elkaar in gesprek over de inhoud van de hervorming. Het kabinet weigert voorlopig om een inhoudelijke reactie op de ontwikkelingen te geven. Het wacht op een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over het pensioenstelsel. De SER bestaat uit de sociale partners én de kroonleden (onafhankelijke deskundigen).

Persoonlijk pensioenpotje in de prullenbak

Het kabinet wacht al een tijd op een akkoord voor de hervorming van het pensioenstelsel. In het regeerakkoord spraken de coalitiepartijen de ambitie uit om al begin 2018 overeenstemming te bereiken over de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel. Daarbij werd gesproken over een systeem waarbij pensioendeelnemers hun eigen, individuele pensioenpot zouden krijgen (persoonlijk pensioenvermogen), met het behoud van collectieve risicodeling. Die verandering laten de sociale partners in het conceptpensioenakkoord los, omdat het onvoldoende meerwaarde zou bieden. Wel blijft het plan voor afschaffing van de zogeheten doorsneesystematiek in stand.

Maatregelen tegen langer doorwerken

De plannen zijn omvangrijk. Er is ook aandacht voor de AOW-leeftijd (tool). Die zou minder snel omhoog moeten gaan. Tot 2020 zou de AOW-leeftijd niet boven 66 jaar moeten uitkomen en vóór 2025 niet boven 67 jaar. Een koppeling van de leeftijd aan levensverwachting is op termijn ‘menselijk en maatschappelijk onhoudbaar’. De overheid zou moeten faciliteren dat werknemers die langdurige zware arbeid hebben verricht, eerder kunnen stoppen met werken.
Op deze (dure) plannen van de sociale partners is de nodige kritiek. De kans dat het kabinet ze zal implementeren, is dan ook onzeker. Voor nu is het eerst wachten op een advies van de SER.