Vragen over: het beperken van de inlenersaansprakelijkheid

6 augustus 2018 | Door redactie

Het voordeel van werken met uitzendkrachten is dat ze niet bij uw organisatie op de payroll staan. Er hoeven dus geen loonheffingen te worden berekend en afgedragen. Maar dan is het wel zaak om op te passen voor de zogeheten inlenersaansprakelijkheid.

Inlenersaansprakelijkheid speelt als uw organisatie personeel inleent, bijvoorbeeld van een uitzend- of detacheringsbureau.  De Belastingdienst kan uw organisatie dan hoofdelijk aansprakelijk stellen als de uitlener voor de ingeleende krachten niet aan zijn afdrachtverplichtingen rond de loonheffingen en BTW voldoet. Dat geldt ook als uw organisatie hen doorleent aan een andere partij. Deze aansprakelijkheidsvorm is in het leven geroepen om misbruik van inleenconstructies tegen te gaan.

Hoe gaat inlenersaansprakelijkheid in zijn werk?

Als de Belastingdienst uw organisatie als inlener (of doorlener) aansprakelijk stelt voor de loonheffingen van de uitlener, gaat dat via een beschikking (tool). Hiertegen kan uw organisatie bezwaar maken. Dit moet schriftelijk gebeuren binnen zes weken na dagtekening van de beschikking, onder vermelding van het bestreden bedrag en de motivering. Wijst de Belastingdienst het bezwaarschrift af, dan kan uw organisatie vervolgens in beroep bij de rechtbank, in hoger beroep bij het gerechtshof en tot slot in cassatie bij de Hoge Raad.

Wat is het nut van een g-rekening?

Uw organisatie kan het deel van het factuurbedrag van de uitlener dat bestemd is voor de loonheffingen storten op een geblokkeerde rekening (tool). De uitlener kan het geld op die g-rekening dan alleen gebruiken om loonheffingen (en BTW) van te betalen aan de fiscus of een bedrag op een andere g-rekening te storten. Voor het op zo’n g-rekening gestorte bedrag is uw organisatie in principe gevrijwaard van aansprakelijkheid.
Als uw organisatie personeel inleent van een uitlener die in het register van de Stichting Normering Arbeid (SNA) is opgenomen, is er onder voorwaarden sprake van volledige vrijwaring van enige inlenersaansprakelijkheid.

Hoe is inleneraansprakelijkheid verder te beperken?

Allereerst is het zaak om altijd goed te kijken met welk bureau uw organisatie in zee gaat. Daarmee is vaak al te voorkomen dat het tot aansprakelijkstelling komt. Uitleners van arbeidskrachten zijn verplicht om zich als zodanig te registreren in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Dit is te controleren door middel van de zogenoemde WAADI-check.
Daarnaast kan uw organisatie de uitlener om een verklaring inzake het betalingsgedrag vragen. Hierin laat de Belastingdienst weten dat de uitlener zijn loonheffingen (en BTW) heeft voldaan zoals bekend op het moment van afgifte van de verklaring.

Geldt de inlenersaansprakelijkheid ook in noodgevallen?

Als het aan geen van de partijen te wijten is dat de loonheffingen (en BTW) niet zijn betaald – zoals bij een calamiteit – kan er een beroep worden gedaan op de zogenoemde disculpatieregeling. De Belastingdienst oordeelt hierover aan de hand van de feitelijke situatie.

In de rubriek 'Vragen over' behandelt Rendement een onderwerp waar lezers veel vragen over hebben. Heeft u ook een vraag? Stel deze dan aan de adviseurs van de adviesdesk!