Werknemer meestal met auto van de zaak op vakantie

8 augustus 2018 | Door redactie

Werknemers met een auto van de zaak die ze ook privé gebruiken, gaan meestal ook met die auto op vakantie. Er is één uitzondering: elektrische auto’s van de zaak blijven in de vakantie meestal op de oprit staan.

Uit onderzoek door Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) onder 1.500 zakelijke rijders blijkt dat 68% van de respondenten met de auto van de zaak op vakantie gaat. Als ze er dan toch bijtelling voor moeten betalen, willen werknemers ook optimaal van hun auto van de zaak profiteren. Een werknemer met een auto van de zaak die hij ook privé gebruikt, besteedt volgens het onderzoek gemiddeld 8% van zijn nettosalaris aan bijtelling.

Op vakantie met elektrische auto niet populair

Volledig elektrische auto’s vormen een belangrijke uitzondering; hiervan wordt slechts 27% gebruikt om mee op vakantie te gaan. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het ontbreken van oplaadpunten in Europa en de beperkte actieradius van volledig elektrische auto’s. Daar komt nog bij dat op de meeste elektrische auto’s geen trekhaak gemonteerd mag worden, dus op vakantie met de caravan of een fietsendrager is geen optie. Dit heeft te maken met het beperkte trekgewicht van elektrische auto’s.
Opvallend is dat maar liefst 81% van de respondenten met een elektrische auto van de zaak thuis een tweede auto heeft, die dan meestal ook heel geschikt is om mee op vakantie te gaan.

Buitenlandse autokosten verrekenen met bijtelling

Werknemers die met hun auto van de zaak op vakantie gaan, moeten meestal zelf hun brandstofkosten en tolgelden in het buitenland betalen. Fiscaal gezien mogen deze echter in mindering worden gebracht op de verschuldigde bijtelling wegens privégebruik van de auto van de zaak of op de eigen bijdrage (tool) die de werknemer voor de auto betaalt. Dat is zowel voor de werkgever als voor de werkgever gunstig. Hier moeten wel van tevoren afspraken over zijn gemaakt tussen werkgever en werknemer, bijvoorbeeld in de autoregeling (tool).