Sommige eigenschappen vertrouwenspersoon zijn niet te leren

13 december 2018 | Door redactie

Een vertrouwenspersoon moet over bepaalde vaardigheden, kennis en ervaring beschikken. Niet alle eigenschappen zijn aan te leren. Daarom is het belangrijk om ze op te nemen in de profielschets bij het zoeken naar een nieuwe vertrouwenspersoon.

De werkgever kan de hulp van de preventiemedewerker en de ondernemingsraad inroepen bij het opstellen van een profielschets voor een nieuwe vertrouwenspersoon (tool). De preventiemedewerker weet welke risico’s er zijn voor de werknemers in de organisatie en kan helpen bij het bepalen wat een vertrouwenspersoon aan kennis en ervaring mee moet nemen. De OR kan aangeven wat de behoefte is van de achterban. Het is nuttig als de vertrouwenspersoon in elk geval de volgende eigenschappen heeft:

  • uitstekende sociale vaardigheden: hij kan goed omgaan met emotionele en gevoelige onderwerpen. Hij kan luisteren en geeft de ruimte, zodat de werknemer het eigen verhaal kan doen. Ook is het belangrijk dat hij aanmoedigt en ondersteunt, maar niet stuurt. De werknemer moet zelf de beste oplossing kiezen;
  • groot empathisch vermogen en de vaardigheid om snel inzicht te krijgen in andermans emoties. Hij kan daardoor op de juiste manier reageren in moeilijke situaties. Tegelijkertijd is hij in staat om een professionele afstand te houden;
  • integriteit is een derde onmisbare eigenschap. Een vertrouwenspersoon is discreet en heeft respect voor privacy. Hij stelt zich onafhankelijk op van de werkgever. Hij staat stevig in zijn schoenen en laat zich niet onder druk zetten. Hij kan goed zwijgen.

Certificering mogelijk voor vertrouwenspersonen

Vertrouwenspersoon is geen beschermde titel. Toch moet een vertrouwenspersoon over flink wat kennis beschikking. Daarvoor kan hij een opleiding volgen, waarbij onder andere wordt ingegaan op gesprekstechnieken, psychologie en juridische aspecten. De Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) heeft een certificeringssysteem opgezet. Vertrouwenspersonen moeten een basiscursus volgen om een certificering te ontvangen. Aanvullende na- en bijscholing is nodig om het certificaat te behouden. Preventiemedewerker en OR kunnen aan de bestuurder voorstellen om een certificering op te nemen als eis in de profielschets voor de nieuwe vertrouwenspersoon.